1.6 - Allemaal anders

Hoofdstuk 1 - Dieren en planten

1.6 - Voedsel maken
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Hoofdstuk 1 - Dieren en planten

1.6 - Voedsel maken

Slide 1 - Slide

Wat is een ander woord voor glucose?
A
Fotosynthese
B
Zuurstof
C
Voedingsstof
D
Suiker

Slide 2 - Quiz

Wat wordt er gemaakt met de fotosynthese?
A
Zuurstof en water
B
Koolstofdioxide en water
C
Zuurstof en glucose
D
Koolstofdioxide en glucose

Slide 3 - Quiz

Waarom doet een plant 's nachts niet aan fotosynthese?
A
Er is dan niet genoeg zuurstof
B
Er is dan niet genoeg water
C
Er is dan niet genoeg koolstofdioxide
D
Er is dan niet genoeg licht

Slide 4 - Quiz

Wat is de juiste formule voor fotosynthese?
A
Water + koolstofdioxide + lichtenergie -> glucose + zuurstof
B
Water + zuurstof+ lichtenergie -> glucose + koolstofdioxide
C
Glucose + koolstofdioxide + lichtenergie -> water + zuurstof
D
Glucose + zuurstof+ lichtenergie -> water+ koolstofdioxide

Slide 5 - Quiz

Als we spinazie eten, eten we de
A
wortels
B
stengels
C
bladeren
D
vruchten

Slide 6 - Quiz

Als je deze groente eet, welke delen van een plant eet je dan?
A
Bladeren
B
Wortels
C
Stengels
D
Vruchten

Slide 7 - Quiz

Planten kunnen zich niet aanpassen aan hun leefomgeving
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

De stekels van de cactus is een aanpassing....
A
aan de het voedsel
B
als bescherming tegen vraat
C
om te kunnen bewegen
D
Om spinnenwebben in te maken

Slide 9 - Quiz

Welke aanpassing hoort niet bij de ijsbeer
A
Kieuwen
B
Klauwen
C
Dikke vacht
D
Goede neus

Slide 10 - Quiz

Welke aanpassing hoort niet bij die dolfijnen?
A
Kieuwen
B
Vinnen
C
Gestroomlijnd

Slide 11 - Quiz

Wat is een aanpassing van landplanten aan een vochtige omgeving?


A
Bovengrondse delen sterven af in de herfst.
B
Een klein wortelstelsel.
C
Kleine, dikke bladeren.

Slide 12 - Quiz

Vogels hebben een snavel die past bij wat ze eten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Is een mens een zoolganger, teenganger of topganger?
A
Zoolganger
B
Teenganger
C
Topganger

Slide 14 - Quiz

Is een geit een topganger, teenganger of een zoolganger?
A
Topganger
B
Teenganger
C
Zoolganger

Slide 15 - Quiz