B5 allemaal anders en B7 fotosynthese

• Mens & Natuur
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

FOTOSYNTHESE

FOTOSYNTHESE

Lesdoel

Ik weet dat een plant zijn eigen voedsel kan maken door fotosynthese.

Ik weet dat een plant zuurstof kan maken door fotosynthese. 

Je kunt aanpassingen bij planten noemen. 

Je kunt aanpassingen bij dieren noemen

Herhaling: wat is het verschil tussen groei en ontwikkeling.

Herhaling: wat is een organisme?

De fotosynthese kunnen uitleggen:

• welke stoffen bij fotosynthese gebruikt worden.
  
• welke stoffen bij fotosynthese ontstaan.
  
• waar de fotosynthese plaatsvindt.
  
• wanneer fotosynthese plaatsvindt.

Fotosynthese

Fotosynthese

Bij fotosynthese wordt door de plant nieuwe zuurstof en glucose gemaakt.

Functie van bladeren: Fotosynthese

Bladeren met bladgroenkorrels

huidmondjes voor fotosynthese

fotosynthese

planten maken voedsel doormiddel van fotosynthese.

in alle groene delen van de plant vind dit plaats.

Fotosynthese

Plant heeft (zon)licht nodig voor fotosynthese

Fotosynthese kan alleen in de bladgroenkorrels

Wat is ook nodig voor fotosynthese?

voor fotosynthese heeft een plant water, koolstofdioxide en licht nodig

1. lucht
2. warmte
3. licht
4. glucose

Kan Fotosynthese plaatsvinden in het donker?

1. Ja
2. Nee
3. Soms

Belang van fotosynthese

wat zijn de eindstoffen van fotosynthese?

1. water en glucose
2. glucose en zuurstof
3. water en koolstofdioxide
4. glucose en koolstofdioxide

In een wortel kan fotosynthese plaatsvinden

1. Waar
2. Niet waar

Bij fotosynthese ontstaat er

1. koolstofdioxide
2. glucose
3. zuurstof
4. water

Water

Koolstofdioxide

Zuurstof

Zonlicht

Wind

Glucose

Nodig voor fotosynthese

Ontstaat bij fotosynthese

exit ticket: Waar wordt fotosynthese gedaan?

exit ticket: Leg uit hoe fotosynthese werkt!
... + ... + ... => ... + ...

Allemaal anders

Dieren en planten moeten zich voeden, verdedigen en voortbewegen. Dat doet ieder dier op zijn eigen manier. 

Waterdieren. 

Vissen en andere waterdieren hebben aanpassingen waardoor ze goed door het water kunnen bewegen. Ze hebben bijvoorbeeld vinnen. Ook gaat de kop, lijf en staart in elkaar over. Dit heet gestroomlijnd. 

Landplanten

Planten kunnen aanpassingen hebben om uitdroging te voorkomen. In grote, dunne bladeren kan veel fotosynthese plaatsvinden, maar er verdampt ook veel water uit de bladeren. 

Planten in warme droge omgeving hebben daarom ook kleine dikke bladeren. 

voeden 

Sommige vogels eten zaden. Andere vogels eten insecten. Roofvogels eten kleine dieren. Bij elk type voedsel hoort een ander type snavel. 

kegelsnavel: harde zaden stuk bijten

pincetsnavel: handig om harde stukken zaden stuk te bijten. 

De haaksnavel is geschikt voor het scheuren van prooidieren.

De priemsnavel daarmee kan de vogel bodemdiertjes diep uit de bodem halen

De zeefsnavel, watervogels kunnen hiermee voedsel uit het water zeven

Bewegen 

De manier van lopen is een aanpassing aan de ondergrond. Op een harde ondergrond zijn dieren die lopen op de toppen van hun poten in het voordeel. Op de zachte ondergrond is het handig om op de hele voet te lopen. Zoolgangers lopen langzamer dan topgangers. 

Hiernaast zie je
het pootskelet
van een:

1. teengangers
2. zoolgangers
3. topgangers

Is een egel een topganger of een zoolganger?

1. Zoolganger
2. Topganger

Is de giraffe een zoolganger, een teenganger of een topganger?

1. Zoolganger
2. Teenganger
3. Topganger

Is dit dier een zoolganger, teenganger of topganger?

1. Zoolganger
2. Teenganger
3. Topganger

Hoe heet deze snavel?

1. priemsnavel
2. kegelsnavel
3. pincetsnavel

Welke snavel zie je?

1. Kegelsnavel
2. Pincetsnavel
3. Priemsnavel
4. Zeefsnavel

exit ticket: Welke aanpassing kunnen planten doen tegen uitdroging in warme gebieden

exit ticket: De poten van dieren zijn aangepast naar de ondergrond. Welke poten hebben dieren die op een grasland lopen.