HA - week 50 - les 1 - Spelling werkwoorden

Welkom!

Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!

Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl

Slide 1 - Slide

- Stillezen
- Spelling H2 - werkwoorden afronden
- Aan de slag
Planning deze les:

Slide 2 - Slide

- Je schrijft de persoonsvorm van regelmatige werkwoorden goed in zowel de t.t als de v.t. 

Doel van de les

Slide 3 - Slide

Stillezen
timer
10:00

Slide 4 - Slide

PVTT - ik speel, hij speelt, wij spelen 

PVVT - ik speelde, hij speelde, wij speelden


Spelen is een zwak werkwoord (ook wel regelmatig werkwoord genoemd). 


Werkwoorden

Slide 5 - Slide

Als een woord de persoonsvorm is, dan start je altijd met de stam (ik-vorm)

tegenwoordige tijd:
Ik stam                                              ik speel
hij stam+t                                         hij speelt
wij hele werkwoord (infinitief)   wij spelen

Zwakke/regelmatige werkwoorden

Slide 6 - Slide

Als een woord de persoonsvorm is, dan start je altijd met de stam (ik-vorm)

verleden tijd:
Ik stam + de/te                                ik speelde
hij stam+de/te                                 hij speelde
wij stam+den/ten                           wij speelden

Zwakke/regelmatige werkwoorden

Slide 7 - Slide

Wanneer is het stam+de(n) en wanneer stam+te(n)?

Kijk hiervoor naar de laatste letter van de stam (in het hele werkwoord)
- Zit deze letter in 't exkofschip -> dan +te(n)
- zit deze letter niet in 't exkofschip -> dan +de(n)
Werkwoorden

Slide 8 - Slide

Waarom worden zwakke werkwoorden ook wel regelmatige werkwoorden genoemd?

Slide 9 - Open question

Wat
1. Maak jouw leerlijn van Spelling - zwakke werkwoorden  H2
2. Leer de theorie spelling in het woordenboek
3. Werk verder in H2 - Lezen (deelonderwerpen)


Wanneer:
Spelling ww na deze les af! (voor de volgende)




Aan de slag:

Slide 10 - Slide

Mijn broertje ..... gisteren een gigantisch vogelnest!
A
pvvt
B
pvtt

Slide 11 - Quiz

Mijn broertje ..... gisteren een gigantisch vogelnest!
A
ontdekt
B
ontdektd
C
ontdekte
D
ontdekde

Slide 12 - Quiz

Na de les ..... (worden) het cijfer op Magister gezet.
A
PVTT
B
PVVT

Slide 13 - Quiz

Na de les ..... (worden tt) het cijfer op Magister gezet.
A
worden
B
word
C
wordt
D
werd

Slide 14 - Quiz

Vorige week ......(beleven) het zieke jongetje de dag van zijn leven!
A
PVTT
B
PVVT

Slide 15 - Quiz

Vorige week .... (beleven) het zieke jongetje de dag van zijn leven!
A
beleefte
B
beleefde
C
beleevte
D
beleevden

Slide 16 - Quiz

De ontzettende saaie uitstapjes op de basisschool in Rotterdam .... (kosten) vroeger maar weinig geld.
A
PVTT
B
PVVT

Slide 17 - Quiz

De ontzettende saaie uitstapjes op de basisschool in Rotterdam .....(kosten) vroeger maar weinig geld.
A
koste
B
kosten
C
kostte
D
kostten

Slide 18 - Quiz

(worden) je moeder volgend jaar 50?

Slide 19 - Open question

Welk woord is hier de persoonsvorm?
De hond wordt door de buurman uitgelaten.

Slide 20 - Open question

kleven (vt)
Nog altijd […] de kauwgom aan mijn schoen.

Slide 21 - Open question

Faxen (vt)
De meeste bedrijven [...] niet meer met hun klanten.

Slide 22 - Open question

Beantwoord... jij deze vraag ook nog even?

Slide 23 - Open question

Noteer de PV:
Bij het uitdelen van de boeken struikelde de docent.

Slide 24 - Open question

We krijgen vandaag extra uitleg, omdat de toets volgende week is.

Slide 25 - Open question

- Theorie bij lezen H2 + oefenen




Volgende les

Slide 26 - Slide