8. Telwoorden

Telwoord
Blz. 220
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Telwoord
Blz. 220

Slide 1 - Slide

Telwoord
 hoofdtelwoord en rangtelwoord
Wat is het verschil?

Slide 2 - Slide

Hoofdtelwoord 
Noemt aantal of hoeveelheid
Bestaat uit bepaald en onbepaald 
Bepaald? 
Onbepaald?

Slide 3 - Slide

Hoofdtelwoord 
Bepaald: geeft een precies aantal of precieze plaats.
vijf, achttien,drie, 3, 4 etc. 
Onbepaald: geeft een onduidelijk aantal of plaats aan. 
veel, enkele, sommige

Slide 4 - Slide

Rangtelwoord
Noemt een volgorde, een plaats in de rij.
eerste, tweede, derde etc. 

Slide 5 - Slide

Rangtelwoord
Bepaald: eerste, vijfde, tweede, 3de

Onbepaald: laatste middelste, zoveelste, hoeveelste 

Slide 6 - Slide

Kortom
Bepaald telwoord geeft een precies aantal of een precieze plaats in een rij.
Onbepaald telwoord geeft een onduidelijk aantal of plaats aan. 
Conclusie

Slide 7 - Slide

Telwoord: Enkele
TEST
A
Bepaald hoofdtelwoord
B
Onbepaald hoofdtelwoord
C
Bepaald rangtelwoord
D
Onbepaald rangtelwoord

Slide 8 - Quiz

Telwoord: 10
TEST
A
Bepaald hoofdtelwoord
B
Onbaald hoofdtelwoord
C
Bepaald rangtelwoord
D
Onbepaald rangtelwoord

Slide 9 - Quiz

Telwoord: achtienduizend
TEST
A
Bepaald hoofdtelwoord
B
Onbepaald hoofdtelwoord
C
Bepaald rangtelwoord
D
Onbepaald rangtelwoord

Slide 10 - Quiz


In 2010 kwamen er maar weinig mensen naar dit evenement
TEST
A
2010= bepaald hoofdtelwoord
B
2010= onbepaald hoofdtelwoord
C
2010= bepaald rangtelwoord
D
2010= onbepaald rangtelwoord

Slide 11 - Quiz


In 2010 kwamen er maar weinig mensen naar dit evenement
TEST
A
Weinig= bepaald hoofdtelwoord
B
Weinig= onbepaald hoofdtelwoord
C
Weinig= bepaald rangtelwoord
D
Weinig= onbepaald rangtelwoord

Slide 12 - Quiz

Aan het werk
Opdracht 1
Opdracht 2
Opdracht 3

Tijd over? Opdracht 6

Slide 13 - Slide