This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
We hebben geleerd dat een bijv. nw. voor het znw. staat waar het iets over zegt:
De rode auto
Het kleine meisje
De nieuwe Playstation
Ook hebben we geleerd dat een bijv. nw. iets zegt over een znw. Dit kan ook als het bijv. nw. erachter staat (zoals bij een naamwoordelijk gezegde).
De auto is rood.
Het meisje is klein.
De Playstation is nieuw.