17-2

17-2
1 / 29
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

17-2

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Le contexte historique
  • situeert zich in La Belle Époque (1875-1914)

==> periode van geloof in progressie dankzij techniek

==> wereldtentoonstellingen in Parijs, constructie van La tour Eiffel ( 1889)

==> periode van optimisme

==> periode van nieuwe inzichten en experminten en verzet tegen het conventionele


Le symbolisme 
  •  tijdens 'La Belle Époque' (1875-1914)
  • periode van geloof in progressie dankzij techniek
  •  wereldtentoonstellingen in Parijs, constructie van La tour Eiffel ( 1889) dankzij de uitvinding van sterk staal!
Door deze uitvinding konden makkelijker grote stalen schepen gebouwd--> reizen werd veel makkelijker.
  •  periode van optimisme
  •  periode van nieuwe inzichten en experimenten en verzet tegen het conventionele/ het gewone.



Slide 3 - Slide

  • Via de dichtkunst probeerden dichters/ schrijvers de ideale wereld te bereiken.
  • belangrijke dichters:
  • Charles Baudelaire
  • Paul Verlaine *
  • Arthur Rimbaud *
  • Zij zagen verbanden tussen beelden, klanken en geuren die rechtstreeks naar 'het hogere' verwezen--> zij voelden zich 'outcasts', niet thuis in deze wereld. Dit omschreven zij met de term Spleen (= een vaag, sterk gevoel van heimwee, melancholie).

Slide 4 - Slide

Charles Baudelaire 1821-1867 
  •  eerste moderne dichter. Hij is één van de belangrijkste dichters van de XIX-e eeuw, een eerste decadent, symbolist en een inspiratie voor de surréalisten.
  • Baudelaire heeft geen fijne jeugd, zijn vader sterft als hij vijf jaar oud is en zijn moeder (een wees die veel armoede heeft gekend in haar jeugd) hertrouwt met Generaal Aupick (en komt zo in een soort krijgsadel terecht).Vanaf zijn tiende gaat Charles zijn stiefvader haten. Charles wil letteren gaan studeren, Aupick wil dat hij het leger in gaat, een compromis wordt een rechtenstudie in Parijs. Hij leidt een losbandig leven in Parijs en hij legt ook zijn literaire contacten. Aupick stuurt Charles op reis (op een boot naar Indië) zodat Charles niet meer blootgesteld wordt aan de verderfelijke invloed van Parijs. 
  • Deze reis verandert het leven van de gevoelige sombere student.
  • Zijn gedichtenbundel ‘les Fleurs du Mal’ (1857) werd gecensureerd en Baudelaire werd vervolgd wegens schending van de zeden. 6 gedichten mochten niet meer gepubliceerd worden. Pas in 1949 (!) wordt dit verbod opgeheven.
  • Charles werkt ondertussen verder aan vertalingen van Edgar Allan Poe, bedenkt een nieuwe dichtvorm; het prozagedicht (1857-64) en schrijft zijn ervaringen met hash op in ‘Les paradis artificiels’.
In het werk van Baudelaire is de schrijver ook een ‘visionnaire’ maar de hij ziet de lezer ook als ‘ hypocrite lecteur, mon semblable, mon frère’.
Hij beschrijft de schoonheid van de liefde en erotiek maar ook de lelijkheid en het kwaad.
Baudelaire hield van de zelfkant van de maatschappij. HIj wordt gezien als eerste ‘moderne’dichter en vindt schoonheid in het moderne (stads)leven. Zijn werk PEINTRE DE LA VIE MODERNE getuigt hiervan.
Het werk van Baudelaire wordt modern, symbolistisch en zelfs (pre)surrealistisch genoemd.


Slide 5 - Slide

Charles Baudelaire : Les fleurs du mal
  • zette de gangbare regels op zijn kop
  • bezong de schoonheid van het kwaad
  • de schoonheid van de dood
  • de schoonheid van een losbandig leven
  • hij denkt dat ieder zowel het goede als het kwaad in zich heeft. in 'Les fleurs du mal' laat hij vooral het laatste zien. In zijn gedicht L'albatros verwijst Baudelaire naar de situatie waarin hij leeft. Hij voelt zich een outsider en leeft een armoedig bestaan vol drank, drugs en criminialiteit.
  1. Wat weet je van een albatros? 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Wat voor indruk maakt de albatros als hij gevangen is door de bemanning van het schip? (strofe 2)

Slide 8 - Open question

Hoe reageert de bemanning daarop (strofe 3)?

Slide 9 - Open question

Baudelaire geeft de albatros twee 'koninklijke' titels, die ook op de dichter van toepassing zijn. Welke? (2 antwoorden zijn goed)
A
oiseaux des mers
B
rois de l'azur
C
prince des nuées
D
compagnons de voyage

Slide 10 - Quiz

In welke strofe zegt Baudelaire duidelijk dat de dichter op de albatros lijkt?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 11 - Quiz

leg uit waarom de dichter op de albatros lijkt

Slide 12 - Open question

leg uit dat dit gedicht in het symbolisme past.

Slide 13 - Open question

le symbolisme
De kunstenaar probeert het ‘onzegbare’ uit te drukken middels eigen symboliek en metaforen uit de zichtbare wereld.
Symbolisten vinden het moeilijk te leven in een alledaagse werkelijkheid en worden vaak ‘poètes maudits’ genoemd (vervloekte dichters). Charles Baudelaire (zie slides uit XIX) wordt gezien als één van de eerste symbolisten vanwege zijn excentrieke rebelse natuur ; drugs, hoeren en de zelfkant van de maatschappij. Verboden gedichten en scherpe thema’s.

Paul Verlaine (1844-1896) en Arthur Rimbaud (1854-1891) (een stelletje) zijn vertegenwoordigers van het Symbolisme in Frankrijk. Paul Verlaine verlaat zijn rechtenstudie voor literatuur en zijn vrouw voor Arthur.
Hij komt in de gevangenis omdat hij Arthur heeft beschoten in een beschonken bui. Rimbaud schrijft na 1864 geen gedicht meer en Verlaine lijdt een tragisch leven en sterft arm en eenzaam.

Slide 14 - Slide

caractéristiques littéraires du symbolisme 

Symbool

==> een manier van de dichter om een link te leggen tussen 'het hogere' en het zichtbare

Het mysterie

==> de dichter als 'ziener'/ profeet die d.m.v. symbolen toegang geeft/vertelt over dingen van een 'hogere orde'.


Slide 15 - Slide

la belle époque

Slide 16 - Slide

lundi, le 30 janvier :   au programme 
I  récapulation 'symbolisme' / fin de siècle
II  la belle époque
III Marcel Proust
IV l'entre deux guerres




Slide 17 - Slide

Le symbolisme
  • situeert zich (net voor en ) in La Belle Époque (1875-1914), periode van optimisme nieuwe inzichten en experimenten. Verzet tegen het conventionele. La belle époque is een periode van optimisme en geloof in progressie dankzij techniek. Denk aan de wereldtentoonstelling in Parijs, constructie van La tour Eiffel ( 1889) 
  • Het symbolisme is een stroming in kunst, muziek en literatuur die zijn oorsprong in Frankrijk vindtLiteratuur--> vooral poëzie --> jonge dichters beschouwden zichzelf als 'zieners' die hoog boven de gemiddelde mens verheven waren.
  • zij voelden contact met een vage, mysterieuze, andere werkelijkheid! 
  • de dichter 'geeft toegang tot dingen van 'een hogere orde'



Slide 18 - Slide

les poètes maudits
Via de dichtkunst probeerden dichters/ schrijvers de ideale wereld te bereiken.
belangrijke dichters:
Charles Baudelaire ( een voorloper! 1827-1864)
Mallarmé
Paul Verlaine
Lautréamont
Arthur Rimbaud

attention: thèmes ; la décadence/ la mort /la  mysogénie/ peur de castration d'un coté et la nature, le luxe et le progrès de l'autre côté

Slide 19 - Slide

welke van de onderstaande kenmerken hoort NIET les poètes maudits
A
rejet des valeurs de la société
B
incompris et d'un génie méconnu
C
conduite provocante et autodestructrice
D
poésie compréhensible

Slide 20 - Quiz

II La Belle Époque 
(1875 - 1914)
  •  floraison de l'industrie, de la technique, de la culture et de l'art
  • progrès dans les sciences, dans le commerce
  • stabilité sociale
  • expositions universelles(chaque pays participant avait son pavillon montrant les développements récents, les plus innovants dans plusieurs domaines 
(1889??)

Slide 21 - Slide

Les expositions universelles de 1889 & 1900 à Paris
L'Exposition universelle de Paris de 1889 est la dixième Exposition universelle organisée. 
Son thème est la Révolution française, dans le cadre du centenaire de cet événement. 
C'est à l'occasion de cette Exposition commémorative que la tour Eiffel est construite.

L'Exposition universelle de 1900 est la cinquième exposition universelle organisée à Paris.
Manifestation emblématique de la Belle Époque et de l'Art nouveau, elle lègue à Paris plusieurs bâtiments dont le Petit Palais et le Grand Palais. Le thème est « Bilan d'un siècle ». 
Victor Guimard a 33 ans lorsqu’il est choisi par le président de la Compagnie des chemins de fer métropolitain de Paris (C.M.P) pour dessiner les bouches d’entrée du métro, le tout nouveau moyen de transport qui sera mis en service pour l’exposition universelle de 1900.

Slide 22 - Slide

Marcel Proust - literatuur 20e eeuw
III 
Marcel Proust

10 juli 1871 –  18 nov 1922

Bijzonderheden:
- ouders
- gezondheid
- jeugd
- relaties

Slide 23 - Slide

Marcel Proust - literatuur 20e eeuw

Slide 24 - Slide

A la Recherche du Temps Perdu
(1907-1922)
un roman fleuve, psychologique.
Deze roman lijkt te gaan over de onherroepelijkheid van de verloren tijd, maar de roman is psychologische roman met eigentijdse kunst- literatuur en filosofische theorieën.

schrijfstijl:
- paginalange zinnen
- beschrijvend
- gevoelens en gedachten
- autobiografisch

Slide 25 - Slide

A la recherche du temps perdu is beroemd om de passage waarin er sprake is van  'la mémoire involontaire'.  Marcel doopt een madeleine in een kopje lindebloesemthee en dit brengt hem meteen terug bij zijn tante Léonie in Combray, waar hij de zomer wel eens doorbracht. Deze herinnering is het begin van de roman.


Slide 26 - Slide

Fragment
« Il y avait déjà bien des années que, de Combray, tout ce qui n'était pas le théâtre et le drame de mon coucher, n'existait plus pour moi, quand un jour d'hiver, comme je rentrais à la maison, ma mère, voyant que j'avais froid, me proposa de me faire prendre, contre mon habitude, un peu de thé. Je refusai d'abord et, je ne sais pourquoi, me ravisai. Elle envoya chercher un de ces gâteaux courts et dodus appelés Petites Madeleines qui semblent avoir été moulés dans la valve rainurée d'une coquille de Saint- Jacques. Et bientôt, machinalement, accablé par la morne journée et la perspective d'un triste lendemain, je portai à mes lèvres une cuillerée du thé où j'avais laissé s'amollir un morceau de madeleine. Mais à l'instant même où la gorgée mêlée des miettes du gâteau toucha mon palais, je tressaillis, attentif à ce qui se passait d'extraordinaire en moi. Un plaisir délicieux m'avait envahi, isolé, sans la notion de sa cause.

Slide 27 - Slide

vervolg fragment
Et tout d'un coup le souvenir m'est apparu. Ce goût c'était celui du petit morceau de madeleine que le dimanche matin à Combray (parce que ce jour-là je ne sortais pas avant l'heure de la messe), quand j'allais lui dire bonjour dans sa chambre, ma tante Léonie m'offrait après l'avoir trempé dans son infusion de thé ou de tilleul. La vue de la petite madeleine ne m'avait rien rappelé avant que je n'y eusse goûté; peut-être parce que, en ayant souvent aperçu depuis, sans en manger, sur les tablettes des pâtissiers, leur image avait quitté ces jours de Combray pour se lier à d'autres plus récents; peut-être parce que de ces souvenirs abandonnés si longtemps hors de la mémoire, rien ne survivait, tout s'était désagrégé; les formes - et celle aussi du petit coquillage de pâtisserie, si grassement sensuel, sous son plissage sévère et dévot - s'étaient abolies, ou, ensommeillées, avaient perdu la force d'expansion qui leur eût permis de rejoindre la conscience.

Slide 28 - Slide

denk eens na over je eigen mémoire involontaire

Waar was je toen? Wat at/rook/proefde je?

Waar dacht je toen aan terug?

Slide 29 - Open question