formatieve toets natuurkunde klas 3 hoofdstuk 4 versie 2

In de kop van een ongebruikte lucifer vinden we:
A
warmte
B
chemische energie
C
kernenergie
D
stralingsenergie
1 / 25
next
Slide 1: Quiz
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

In de kop van een ongebruikte lucifer vinden we:
A
warmte
B
chemische energie
C
kernenergie
D
stralingsenergie

Slide 1 - Quiz

Fossiele brandstoffen zijn brandstoffen die:
A
in blik zitten, als je ze koopt.
B
nog miljoenen eeuwen op aarde gebruikt kunnen worden.
C
ontstaan zijn uit de resten van planten en dieren.
D
door de vroegere jagersvolken gebruikt werden om het vlees gaar te maken.

Slide 2 - Quiz

In de benzinemotor van een auto vinden de volgende energie-omzettingen plaats:
A
chemische energie → bewegingsenergie + warmte
B
chemische energie → bewegingsenergie + zwaarte-energie
C
zwaarte-energie → bewegingsenergie + warmte
D
bewegingsenergie → zwaarte-energie + warmte

Slide 3 - Quiz

Jantine remt met haar hand de band af van een snel draaiend fietswiel. De belangrijkste energie-omzetting die plaatsvindt, is dan:
A
bewegingsenergie → zwaarte-energie
B
warmte → bewegingsenergie
C
bewegingsenergie → warmte
D
zwaarte-energie → bewegingsenergie

Slide 4 - Quiz

Op een stofzuiger staat dat het vermogen 750 W is. Dit getal geeft aan hoeveel elektrische energie:
A
de stofzuiger verbruikt heeft.
B
de stofzuiger per keer stofzuigen verbruikt.
C
per seconde in bewegingsenergie wordt omgezet.
D
de stofzuiger per seconde gebruikt.

Slide 5 - Quiz

Een lege accu wordt opgeladen. Hiervoor is 700 J elektrische energie nodig. De accu wordt daarna aangesloten op een lampje. Als de accu weer leeg is, heeft hij 500 J elektrische energie aan de accu gegeven. De hoeveelheid warmte die tijdens het opladen en ontladen ontwikkeld is, is dan:
A
200 J
B
500 J
C
700 J
D
1200 J

Slide 6 - Quiz

Het vermogen van een apparaat kan worden uitgedrukt in de eenheid:
A
Wattseconde
B
kiloWattuur
C
Watt/seconde
D
Joule/seconde

Slide 7 - Quiz

Een gloeilamp zet in 10 minuten 60 000 J elektrische energie om in warmte en stralingsenergie. Het vermogen van deze gloeilamp is:
A
60 W
B
100 W
C
1000 W
D
6000 W

Slide 8 - Quiz

Een straalkachel heeft een vermogen van 2000 W. Als deze kachel 1 uur aanstaat, wordt er aan energie omgezet:
A
2000 J
B
7200 J
C
2 000 000 J
D
7 200 000 J

Slide 9 - Quiz

De drie manieren waarop warmtetransport kan plaatsvinden zijn:
A
geleiding, straling en verbranding.
B
stroming, verbranding en isolatie.
C
verbranding, geleiding en isolatie.
D
stroming, geleiding en straling.

Slide 10 - Quiz

Je pakt een kartonnen pak melk en een blikje limonade uit de koelkast. Het blikje voelt het koudst aan. Dit komt doordat:
A
blik een betere warmtegeleider is dan karton.
B
karton een betere warmtegeleider is dan blik.
C
karton niet zo koud kan worden als blik.
D
blik meer warmte uitstraalt dan karton.

Slide 11 - Quiz

Bekijk de volgende feiten:
1. Als een hond het warm heeft, hangt zijn tong uit zijn bek.
2. De ruimte tussen dubbel vensterglas is gevuld met lucht.
3. Jonge vogels zijn gehuld in donsveertjes.

Toepassingen van lucht als warmte-isolator herken je bij:

A
1 en 2
B
1 en 3
C
2 en 3
D
1, 2 en 3

Slide 12 - Quiz

De verbrandingswarmte van spiritus is 18MJ/L. Om een brander aan te steken, heb je aan 50 mL spiritus genoeg. Hoeveel energie komt bij de verbranding daarvan vrij?
A
360 kJ
B
900 kJ
C
360 MJ
D
900 MJ

Slide 13 - Quiz

De tank van een bromfiets bevat 10 liter benzine. Het rendement van de motor is 25%, de verbrandingswarmte van benzine is 33 MJ per liter. Als de tank is leeggereden, is er aan nuttige energie vrijgekomen:
A
8,25 MJ
B
82,5 MJ
C
825 MJ
D
8250 MJ

Slide 14 - Quiz

Een gloeilamp van 100 W produceert 5 W aan zichtbaar licht. Het rendement van deze gloeilamp is:
A
0,05 %
B
5 %
C
20 %
D
95 %

Slide 15 - Quiz

Een lamp van 100 W produceert in een tijd van 5 minuten 12 000 J aan lichtenergie. Het rendement van deze lamp is:
A
2,4 %
B
4 %
C
25 %
D
40 %

Slide 16 - Quiz

Een bekerglas met 100 gram water van 90 *C koelt af tot 60 *C. De soortelijke warmte van het water is 4,2 J/g*C. Bij het afkoelen verliest het water aan warmte:
A
5 J
B
30 J
C
3000 J
D
12 600 J

Slide 17 - Quiz

De soortelijke warmte van melk is 3,9 J/g*C. Men verwarmt 0,5 kg melk van 15 *C tot 75 *C. Hoeveel warmte is hiervoor nodig?
A
32,5 J
B
234 J
C
1 950 J
D
117 000 J

Slide 18 - Quiz

De soortelijke warmte van ijzer bedraagt 0,5 J/g*C. Aan een blokje ijzer van 50 gram wordt 125 J toegevoerd. Hoeveel *C stijgt de temperatuur van het blokje?
A
0,20 *C
B
0,80 *C
C
1,25 *C
D
5 *C

Slide 19 - Quiz

Hoe lang duurt het om met een waterkoker van 700 W een hoeveelheid van 500 g water van 20 *C te koken? De soortelijke warmte van water is altijd 4,2 J/g*C en er gaat geen warmte verloren.
A
2,1 s
B
147 s
C
198 s
D
240 s

Slide 20 - Quiz

Een liftmotor ontvangt een elektrisch vermogen van 1500 W. Door de liftcabine op te hijsen in een tijd van 20 seconden verricht de motor een nuttige arbeid van 7500 J. Het rendement van deze liftmotor is:
A
5 %
B
25 %
C
75 %
D
80 %

Slide 21 - Quiz

Een Hoog-Rendement-verwarmingsketel heeft een rendement van 80% en levert een vermogen van 36 kW. Bereken hoeveel chemische energie deze ketel in een half uur verbruikt.
A
11,1 kWh
B
14,4 kWh
C
22,5 kWh
D
36,0 kWh

Slide 22 - Quiz

De soortelijke warmte van alcohol is 2,4 J/g*C. Bereken tot welke temperatuur je 200 gram alcohol van 15 *C kunt verwarmen met een hoeveelheid warmte van 14 400 J
A
45 *C
B
30 *C
C
48 *C
D
20 *C

Slide 23 - Quiz

Een gloeilamp geeft in 10 minuten 600 J aan stralingsenergie. Het rendement van deze lamp is slechts 5 %. Hoe groot is de hoeveelheid gebruikte elektrische energie?
A
30 J
B
18 000 J
C
3000 J
D
12 000 J

Slide 24 - Quiz

Hoe lang duurt het om met een wasmachine van 1200 W een hoeveelheid van 3 kg water van 20 *C te verwarmen tot
60 *C? De soortelijke warmte van water is 4,2 J/g*C en het rendement van deze wasmachine is 80 %.

Slide 25 - Open question