Staatsinrichting

Herhaling Staatsinrichting
 Staatsinrichting van Nederland
1 / 44
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herhaling Staatsinrichting
 Staatsinrichting van Nederland

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Gevolgen van de grondwet van 1848 voor het bestuur van Nederland
  • Hoe de Nederlandse samenleving verzuild raakte
  • Hoe de strijd om gelijke rechten  voor de arbeiders en vrouwen verliep eind 19e en begin 20e eeuw
  • Gevolgen van de grondwet van 1917
  • Welke rechten Nederlanders nu hebben

Slide 2 - Slide


Wat is staatsinrichting?


Staatsinrichting is de wijze waarop de staat
zijn regering en zijn bestuur zijn ingericht

Bij geschiedenis leer je vooral hoe dit in Nederland is ontstaan;
Bij maatschappijleer leer je vooral hoe dit in Nederland werkt

Slide 3 - Slide


1815

  • Tweekamerstelsel: Eerste- en Tweede Kamer
  • Eerste Kamer wordt gekozen door de Koning
  • Koning heeft veel macht
  • Nieuwe grondrechten: (een beperkte mate van) vrijheid van drukpers, het recht van petitie 



Slide 4 - Slide


1840-1848

  • Conservatief: geen ruimte voor veranderingen
  • Regeert, min of meer, als absolute vorst
  • Moet niets weten van democratie
  • Moeizame relatie met zijn vader

Slide 5 - Slide


Revolutiejaar 
1848


De ‘erfgenamen van de Franse Revolutie’, de Liberalen, komen tot de conclusie: "Alles is weer hetzelfde als vóór de Franse Revolutie!"

Overal zitten er weer koningen op de Europese tronen en 
ondanks 'een grondwet' is er maar weinig democratie.

Overheid moet zich zo min mogelijk bemoeien met mensen --> Vrijheid
Liberalen waren mensen uit de hoge burgerij

Slide 6 - Slide


Paniek bij de vorsten
in heel Europa!




Ook in Den Haag...
...koning Willem II wordt 'in één nacht' liberaal

Slide 7 - Slide


Nieuwe Grondwet
1848

Slide 8 - Slide

Gevolgen (1)
  • De leider van de Nederlandse Liberalen: Johan Rudolf Thorbecke maakt een nieuwe grondwet:

Koning is onschendbaar
Ministeriële verantwoordelijkheid

Klassieke grondrechten
🡪 Vrijheid van vereniging en vergadering
🡪 Vrijheid van onderwijs  

Slide 9 - Slide

Doelen
  • Gevolgen van de grondwet van 1848 voor het bestuur van Nederland
  • Hoe de Nederlandse samenleving verzuild raakte
  • Hoe de strijd om gelijke rechten  voor de arbeiders en vrouwen verliep eind 19e en begin 20e eeuw
  • Welke rechten Nederlanders nu hebben

Slide 10 - Slide

Koppel de artikelen uit de grondwet aan de juiste verandering
Verandering 1
Verandering 2
Verandering 3
a. De Koning is onschendbaar, de ministers zijn verantwoordelijk. 
b. De Koning kan de Tweede Kamer ontbinden en nieuwe verkiezingen uitschrijven. 
c. De Tweede Kamer wordt rechtstreeks gekozen.  
d. De vergaderingen van de Staten-Generaal zijn openbaar. 
e. Er is vrijheid van drukpers. 

Slide 11 - Drag question

Gevolgen (2)
  • Parlementaire democratie (=parlement heeft het laatste woord)

  • Constitutionele monarchie (=koning moet zich aan de grondwet houden)

  • Censuskiesrecht

Districtenstelsel

Slide 12 - Slide

Voordelen van het districtenstelsel

  • Kandidaten persoonlijk bekend bij kiezers

  • Kandidaten kennen het gebied, de bevolking en de problemen

  • Vergroten politieke interesse

Slide 13 - Slide

Nadelen van het districtenstelsel
  • The winner takes it all: uitgebrachte stemmen op verliezers tellen niet meer mee

  • Alleen de lokale kandidaat is bekend, kandidaten uit andere gebieden niet

  • Kleine partijen maken vaak weinig kans

Slide 14 - Slide

Eerste feministische golf

  • In de wereld: vanaf 1848 (suffragettes)

  • In Nederland: 1880-1920

  • Doel 1: Kiesrecht voor vrouwen
  • Doel II: Goed onderwijs voor vrouwen

Slide 15 - Slide

1879
Anti-Revolutionaire Partij (ARP)
Abraham Kuyper

Bijbel moet het uitgangspunt van alle politieke ideeën zijn

Voorkomen dat mensen met liberale en socialistische ideeën in contact komen

´Kleine luyden´

Slide 16 - Slide

1889 Vrije Vrouwenvereniging (VVV) o.l.v. Wilhelmina Drucker

1893 Vereniging voor vrouwenkiesrecht (VvVK) (vanaf 1903 Aletta Jacobs als voorzitter)

Slide 17 - Slide

Pieter Jelles Troelstra (SDAP)
1894
Ferdinand Domela Nieuwenhuis (SDB)
1881
Revolutie!
Kiesrecht!
SDAP en SDB hebben hetzelfde doel, maar een andere manier om dat te bereiken.

Slide 18 - Slide

coalitie
formatie
interpellatie
regeerakkoord

Slide 19 - Drag question

In 1887 werd op verzoek van de Tweede Kamer een groot onderzoek gedaan naar de ‘sociale kwestie’. Hierbij maakte de Tweede Kamer gebruik van een recht.
Welk recht wordt bedoeld?
A
recht van budget
B
recht van interpellatie
C
recht van enquête
D
recht van initiatief

Slide 20 - Quiz

Naar aanleiding van welke gebeurtenis is het bericht geschreven?
A
de invoering van het algemeen kiesrecht
B
de invoering van het Caoutchouc-artikel
C
de invoering van het censuskiesrecht
D
de invoering van het passief kiesrecht

Slide 21 - Quiz

Toon aan dat de bewering juist is.
Doe dit door:
- eerst aan te geven welke macht de burgemeester óók heeft als lid van de Tweede Kamer,
- en vervolgens een argument te geven waarom het beter zou zijn als de burgemeester niet tegelijk Kamerlid was.

Slide 22 - Open question

1917: Situatie in de wereld

  • Eerste Wereldoorlog

  • Russische Revolutie

  • Strijd voor Vrouwenkiesrecht

Slide 23 - Slide

Naar aanleiding van welke gebeurtenis is het bericht geschreven?
A
de invoering van het algemeen kiesrecht
B
de invoering van het Caoutchouc-artikel
C
de invoering van het censuskiesrecht
D
de invoering van het passief kiesrecht

Slide 24 - Quiz

Welke twee grondrechten in de Grondwet van 1848 werden zowel door katholieken als door protestanten belangrijk gevonden? Schrijf alleen de nummers op.

Slide 25 - Open question

 Geef per uitspraak aan door welke politiek leider die is gedaan. 
Thorbecke
Schaepman
Troelstra
Kuyper
Drucker

Slide 26 - Drag question

De tekenaar laat Kuyper tegen zijn zin meelopen in een demonstratie. Toch loopt Kuyper mee, want hij hoopt hiervoor in ruil iets terug te krijgen. Aan wie geeft Kuyper steun en in ruil waarvoor?
A
Hij geeft steun aan de protestanten in ruil voor het passief vrouwenkiesrecht.
B
Hij geeft steun aan de protestanten in ruil voor het systeem van evenredige vertegenwoordiging.
C
Hij geeft steun aan de socialisten in ruil voor volledige financiering van het bijzonder onderwijs.
D
Hij geeft steun aan de socialisten in ruil voor het algemeen kiesrecht.

Slide 27 - Quiz

De liberale partijen (Liberale Unie, VDB en de Vrije Liberalen) verloren veel zetels bij de verkiezingen van 1918. Een mogelijke oorzaak daarvan is de invoering van het algemeen kiesrecht in 1917.
=> Leg uit dat de invoering van het algemeen kiesrecht een oorzaak kan zijn van het zetelverlies van de liberalen.

Slide 28 - Open question


Pacificatie
1917



Pacificatie betekent letterlijk: vredestichting
Er werd tussen de partijen politieke vrede gesloten door 
een oplossing te vinden voor een aantal politieke problemen

Slide 29 - Slide

Situatie in Nederland

  • Strijd voor Algemeen Kiesrecht

  • Strijd voor Vrouwenkiesrecht

  • Schoolstrijd

Slide 30 - Slide


Pacificatie van 1917

  • Alle mannen ouder dan 23 hebben algemeen kiesrecht
  • Passief kiesrecht voor vrouwen (actief kiesrecht vanaf 1919)
  • Evenredige vertegenwoordiging in plaats van districtenstelsel (verkiezingen)
  • Gelijke betaling voor zowel openbaar- als bijzonder onderwijs (einde Schoolstrijd)

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

De man wordt afgebeeld als Sinetrklaas. Wat wil de tekenaar hiermee zeggen?

Slide 33 - Open question

Twee kinderen zijn blij met hun cadeautje.
Om wie gaat het en wat was hun cadeautje?

Slide 34 - Open question

Het meisje vooraan is verdrietig.
Wat is haar naam en waarom is ze verdrietig?
Wat kreeg ze wel?

Slide 35 - Open question

Deze gebeurtenis heeft een naam. Wat is de naam van de gebeurtenis en wat werd er toen besloten?

Slide 36 - Open question


Vergissing van Troelstra
1918




  • In november 1918 vindt Troelstra (SDAP) dat Nederland klaar was voor een 'socialistische revolutie', zoals in Rusland was geweest.
  • Op dat moment had Nederland economisch 'last' van de Eerste Wereldoorlog: Belgische vluchtelingen, en Nederlandse soldaten, die wel paraat moesten staan, klaagden over slecht voedsel en strenge regels.
  • De eerste verkiezingen sinds Algemeen Kiesrecht waren Troelstra tegengevallen: "Met verkiezingen zouden de socialisten nooit aan de macht komen!"


Slide 37 - Slide

In Nederland kennen we scheiding der machten. Noem per afbeelding welke macht bij de afbeelding hoort. 
wetgevende macht
uitvoerende macht
rechtsprekende macht

Slide 38 - Drag question

Verzuiling

Slide 39 - Slide


Klassieke grondrechten


Beschermen ons tegen de overheid 
Geven ons rechten tegen een te machtige overheid

Staan sinds 1848 in de Grondwet
Klassiek betekent: 'iets uit vroeger, maar niet verouderd'

Slide 40 - Slide


bijvoorbeeld:

  • Artikel 1: Anti-discriminatie artikel

  • Artikel 2: Wie is Nederlander?

  • Artikel 4: Kiesrecht

  • Artikel 7: Vrijheid van meningsuiting

  • Artikel 8: Recht op vereniging

  • Artikel 9: Recht op vergadering

  • Artikel 10: Onaantastbaarheid van de persoonlijke levenssfeer

  • Artikel 11: Onaantastbaarheid van het lichaam

  • Artikel 13: Briefgeheim

Slide 41 - Slide


Sociale grondrechten


Na de Tweede Wereldoorlog gaat de overheid steeds meer zorgen voor de burgers.

Plichten van de overheid: 

zorgen voor een goed bestaan


Zijn pas in 1983 de Grondwet gekomen

Slide 42 - Slide


bijvoorbeeld:



  • Recht op veilig bestaan

  • Recht op onderwijs

  • Recht op gezondheidszorg

  • Recht op woongelegenheid

  • Recht op bewoonbaar gebied

  • Recht op rechtsbijstand

  • Recht op werk

Slide 43 - Slide

Leerdoelen
  • Gevolgen van de grondwet van 1848 voor het bestuur van Nederland
  • Hoe de Nederlandse samenleving verzuild raakte
  • Hoe de strijd om gelijke rechten  voor de arbeiders en vrouwen verliep eind 19e en begin 20e eeuw
  • Gevolgen van de grondwet van 1917
  • Welke rechten Nederlanders nu hebben

Slide 44 - Slide