This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
DOEL
- je kunt het onderwerp herkennen
- je kunt de hoofdgedachte herkennen
Hoofdgedachte en onderwerp in een tekst
Slide 1 - Slide
Wat is het onderwerp van de tekst?
A
straf voor circus
B
Tjechisch circus
C
vergeten krokodil
D
verwaarlozing
Slide 2 - Quiz
Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
Alle hoofdzaken op een rij
B
Alle hoofd- en bijzaken op een rij
C
De samenvatting van een tekst
D
Het belangrijkste van een tekst in één zin samengevat
Slide 3 - Quiz
De hoofdgedachte
Elke tekst heeft een onderwerp (dat waar de tekst over gaat).
Bijvoorbeeld: Kleding van koeienpoep, Playstation, Verzorging van kamerplanten, schoonmaaktips etc.
Dat wat de schrijver over het onderwerp vertelt, noem je de hoofdgedachte.
Slide 4 - Slide
De hoofdgedachte
De hoofdgedachte is eigenlijk een soort mini-samenvatting.
De hoofdgedachte vind je aan het begin of aan het einde van een tekst. Je moet de tekst dus goed lezen.
Elke tekst heeft een hoofdgedachte.
Slide 5 - Slide
Waar staat de hoofdgedachte van een tekst vaak?
A
In het middenstuk
B
In de samenvatting
C
In de inleiding of in het slot
D
Dat kun je nooit weten
Slide 6 - Quiz
Vakantie
Het was een mooie vakantie. Met de auto zijn we naar een huisje in Spanje gereden. Dit huisje had een zwembad en stond tegenover het strand. We zaten dicht bij een stad en het was heel warm en zonnig weer. We hebben ook veel gezwommen en ijsjes gegeten. Het was erg gezellig. Volgend jaar gaan wij naar een ander land.
Wat is het onderwerp van deze tekst?
Wat is de hoofdgedachte?
Slide 7 - Slide
Antwoord:
Het onderwerp van de tekst: vakantie in spanje
De hoofdgedachte: het was een leuke vakantie
Slide 8 - Slide
Het onderwerp is waar de tekst over gaat
De hoofdgedachte is het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp vertelt
Slide 9 - Slide
Aan de slag
Lees de tekst samen met jouw buurman en zoek het onderwerp en de hoofdgedachte in de tekst.
Ben je klaar? Steek even je hand op.
Slide 10 - Slide
Wat is het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte?