Herhalen H1.1 t/m 1.3

Programma
  1. Herhalen 1.1 t/m 1.3
  2. Maken alle opgaven t/m 1.3 Online
  3. Maken Test Jezelf 1.1 t/m 1.3 Online
  4. Volgende week S.O H1
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Natuur scheikundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 22 slides, with text slides.

Items in this lesson

Programma
  1. Herhalen 1.1 t/m 1.3
  2. Maken alle opgaven t/m 1.3 Online
  3. Maken Test Jezelf 1.1 t/m 1.3 Online
  4. Volgende week S.O H1

Slide 1 - Slide

1.1 Een nieuw vak

Slide 2 - Slide

Natuurwetenschappen
Wetenschappen die 
de natuur bestuderen

Slide 3 - Slide

Biologie
Natuurkunde
Scheikunde

Slide 4 - Slide

Biologie
Bestudeert de levende natuur
Natuurkunde
Bestudeert tijdelijke veranderingen in de niet-levende natuur
Scheikunde
Bestudeert blijvende veranderingen in de niet-levende natuur

Slide 5 - Slide

Wilhelm Röntgen (1845 - 1923)

Slide 6 - Slide

Röntgenstraling
Gaat wel door spieren en huid.
Gaat niet door botten.
Hierdoor zijn de botten wit op een röntgenfoto.
Te veel Röntgenstraling is schadelijk

Slide 7 - Slide

Paragraaf 2: Onderzoeken

Slide 8 - Slide

Wetenschappelijke methode
Je wilt bij Natuur en Scheikunde dingen ontdekken.  Dit doe je door onderzoek te doen
  1. Onderzoeksvraag: wat je wilt ontdekken tijdens het onderzoek.
  2. Hypothese: voorlopig antwoord, de uitkomst die je vooraf voorspelt.
  3. Werkplan: beschrijving onderzoek, materialen, foto opstelling
  4. Resultaten: overzichtelijk in een tabel en/of grafiek.
  5. Conclusie: beantwoorden onderzoeksvraag

Slide 9 - Slide

Waarnemen
Je moet nauwkeurig kunnen waarnemen!

Maar waar doe je dat mee? 

  • Zintuigen

Slide 10 - Slide

Zintuigen

Slide 11 - Slide

Ruiken aan een onbekende stof

Slide 12 - Slide

Grootheid, eenheid, meetwaarde
 Een eenheid is een hoeveelheid of maat waarin je iets uitdrukt. Een eenheid staat altijd achter een getal.
Bijvoorbeeld: 52 kg  Het getal 52 is de meetwaarde, kg is de eenheid.
Een grootheid is een eigenschap die je kunt meten. Iedere grootheid heeft zijn eigen eenheden. Bijvoorbeeld grootheid massa heeft eenheid g of kg.

Slide 13 - Slide

Indicator
In laboratoria worden indicatoren gebruikt. 
Met een indicator kun je onderzoeken of een bepaalde stof wel of niet aanwezig is. 
De indicator verandert van kleur onder invloed van die andere stof.  Bijvoorbeeld jodium kleurt donkerblauw bij aanwezigheid van zetmeel.

Slide 14 - Slide

1.3 Practicum (Proefjes)

Slide 15 - Slide

Materialen

Slide 16 - Slide

Materialen

Slide 17 - Slide

Veiligheid!!

Slide 18 - Slide

De brander

Slide 19 - Slide

Drie soorten vlammen!
  • Pauze vlam: Goed zichtbaar, staat aan als je de brander even niet gebruikt.
  • Stille blauwe vlam: Minder goed zichtbaar en HEEEL gevaarlijk! Gebruik je bij verwarmen van een kleine hoeveelheid.
  • Ruisende blauwe vlam: Extreem heet! en nauwelijks zichtbaar. Gebruik je om grotere hoeveelheden te verwarmen. 

Slide 20 - Slide

Programma
  1. Maken alle opgaven t/m 1.3 Online
  2. Maken Test Jezelf 1.1 t/m 1.3 Online
  3. Volgende week S.O H1
  4. Aanmelden met klascode in Lessonup.

Slide 21 - Slide

Programma
  1. Bespreken Rekentoets
  2. Groep 1+2: Proef 6
  3. Groep 3: Proef 3 + 4

Slide 22 - Slide