2H 1.1A

1 / 30
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundewMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Natuurwetenschappen

De natuurwetenschappen zijn de takken van de wetenschap die zich bezighouden met de natuur en de natuurwetten.


Ze bestuderen hoe de aarde en het heelal er uit ziet (aardrijkskunde en sterrenkunde), hoe het leven er uit ziet (biologie), hoe we de energie goed kunnen gebruiken (natuurkunde) of welke stoffen we goed kunnen gebruiken (scheikunde)

Wij bespreken er drie.

Slide 2 - Slide

Biologie

Bij biologie worden de levende organismes bestudeerd. Bio betekent leven en logos betekent beschrijving.



Slide 3 - Slide

Natuurkunde

De natuurkunde bestudeert de natuurwetten (zwaartekracht, beweging, elektriciteit, licht) en heeft te maken met energie.

Alle natuurwetten zijn terug te herleiden tot energie.

Slide 4 - Slide

Scheikunde
Scheikunde is het onderzoeken van stoffen. Kunnen stoffen veranderen, kun je nieuwe stoffen maken en welke invloeden hebben de verschillende stoffen op elkaar

Slide 5 - Slide

1.1 Natuurwetenschapen
Bij natuurwetenschappen bestudeer je de natuur.
  • scheikunde: dode materie, blijvende veranderingen
  • natuurkunde: dode materie, tijdelijke veranderingen
  • biologie: levende materie

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

zelfstandig werken
maak opgaven 1 t/m 6 van paragraaf 1
timer
10:00

Slide 10 - Slide

1.2 Onderzoeken
onderzoeken volgens de wetenschappelijke methode:
  • onderzoeksvraag
  • hypothese
  • experiment (bedenken en uitvoeren)
  • meetresultaten (tabel en grafiek)
  • antwoord op onderzoeksvraag

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

waarnemen
waarnemen doe je met je zintuigen, proeven mag je nooit doen als je niet zeker weet welke stof het is.
Ruiken door voorzichtig wat damp naar je toe te wuiven, damp kan giftig zijn

Slide 13 - Slide

grootheden, eenheden en meetwaarde
Grootheid: een eigenschap die je kunt meten (wat meet je)

Eenheid: hoeveelheid of maat waarin je iets uitdrukt (waarin meet je)

Meetwaarde: het getal

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

indicator
Met een indicator onderzoek je of een bepaalde stof aanwezig is.
Voor het aantonen van zetmeel gebruik je jodium, er zijn ook indicatoren voor het aantonen van suiker, alcohol, koolstofdioxide.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

1.3 PracticumLeerdoelen
-Je kunt practicummaterialen benoemen
-Je kunt het verschil uitleggen tussen digitale en analoge apparatuur.
-Je kunt de veiligheidsregels en veiligheidsmiddelen bij practicum noemen.
-Je kunt de drie soorten vlammen van de brander met hun eigenschappen noemen. 

Slide 19 - Slide

1.3 Practicum
practicum is het uitvoeren van experimenten bij natuur- en scheikunde.
Practicummaterialen zijn de spullen die je 
voor deze experimenten gebruikt
Open maar  pagina 19 !

Slide 20 - Slide

kookkolf
verwarmen van vloeistoffen
bekerglas
mengen en verwarmen van vloeistoffen
maatcilinder
heoveelheid meten
reageerbuis
mengen van vloeistoffen scheikundeproefjes
statief
iets vastzetten

Slide 21 - Slide

meetinsrumenten
met je zintuigen kun je waarnemen.
Wil je nauwkeurig meten, dan gebruik je een meetinstrument

Slide 22 - Slide

schaalverdeling, analoog, digitaal
Schaalverdeling: streepjes op regelmatige afstand van elkaar met daarbij een reeks getallen, waarmee je een meetwaarde kunt aflezen.
Analoog: meetinstrumenten met een wijzer en/of schaalverdeling
digitaal: meetinstrumenten met cijfers op een scherm

Slide 23 - Slide

veiligheid
Bij het doen van practica moet je werken met de veiligheidsregels en weten welke veiligheidsmiddelen er zijn.
Deze vind je op blz. 20-21 van je boek, bestudeer deze.

Slide 24 - Slide

                De brander

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Opdracht
maak opgaven 1 t/m 10 van paragraaf 3
timer
20:00

Slide 28 - Slide

Wat heb je
vandaag geleerd?

Slide 29 - Mind map

Geef een cijfer voor de les.
Hoe vond je het gaan?

Slide 30 - Poll