Trappen van vergelijking

Trappen van vergelijking
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Trappen van vergelijking

Slide 1 - Slide

Trappen van vergelijking
Wat is dat in het Nederlands?



vergrotende trap


overtreffende trap


normaal

snel 


Slide 2 - Slide

Trappen van vergelijking
Wat is dat?



vergrotende trap

sneller
beter
overtreffende trap

snelst
best
normaal

snel
goed

Slide 3 - Slide

Trappen van vergelijking
In het Engels werkt het bijna hetzelfde.
Woorden die één lettergreep hebben krijgen -er en -est.

small
smaller
smallest



This painting is small.
That painting is smaller.
That painting is the smallest.
klein
kleiner
kleinst

Slide 4 - Slide

Trappen van vergelijking
Wanneer een woord twee of meer lettergrepen heeft zet je er...................






Slide 5 - Slide

Trappen van vergelijking
Wanneer een woord twee of meer lettergrepen heeft zet je er
more of most voor.
Voor de vergrotende trap gebruik je: more
Voor de overtreffende trap gebruik je: the most

beautiful
more beautiful
the most beautiful



mooi
mooier
het mooist

Slide 6 - Slide

Trappen van vergelijking
LET OP 1
Als een woord eindigt op een Y dan verandert de Y in een i.
Daarna krijg je nog -er of -est.


happy
happier
the happiest

Slide 7 - Slide

Trappen van vergelijking
LET OP 2
Soms veranderd de spelling! 
Een medeklinker verdubbeld wanneer er een (a, e, o, u, i) voor staat.


Slim - slimmer - the slimmest ( = slank)
Thin - thinner   - the thinnest  ( = dun)
big   - bigger    - the biggest   ( = grootst)

Slide 8 - Slide

Trappen van vergelijking
LET OP 3
Sommige woorden veranderen helemaal!



good - better  - (the) best   -  (goed)
bad   - worse - (the) worst  - (slecht)
little   - less    - (the) least   - (een beetje)
Much - more  - (the) most   - (veel)

Slide 9 - Slide

Trappen van vergelijking
Er komen nu 10 oefenzinnen.
5 meerkeuze vragen
5 open vragen

Slide 10 - Slide

1/5: This dog is ... than your dog.
A
tall
B
taller
C
tallest
D
the tallest

Slide 11 - Quiz

2/5: Magazines are ... than books.
A
cheap
B
cheaper
C
cheapest
D
the cheapest

Slide 12 - Quiz

3/5: This man is really fat, but
my uncle is ...
A
fat
B
fatter
C
fattest
D
the fattest

Slide 13 - Quiz

4/5: Open the door ..., I can't see you.
A
wide
B
wider
C
widest
D
the widest

Slide 14 - Quiz

5/5: This is ... song I have ever heard.
A
good
B
better
C
best
D
the best

Slide 15 - Quiz

1/5; This story is ... (interesting) than yours.

Slide 16 - Open question

2/5: My brother is ... (tall) than me.

Slide 17 - Open question

3/5: Bob is ... (good) in English than I am.

Slide 18 - Open question

4/5: You work ... (hard) than me.

Slide 19 - Open question

5/5: A Hummer is ... (big) car on earth.

Slide 20 - Open question

Samenvatting
vergrotend
overtreffend
1 lettergreep
+ er
+ est
2 + lettergrepen
more ervoor
most ervoor
eindigt op Y
+ ier
+ iest
a, e, o, u, i voor medeklinker?
medeklinker verdubbelen + er

medeklinker verdubbelen + est
 
Uitzondering (good)
eigen vorm
better
eigen vorm
best

Slide 21 - Slide

Ik kan de trappen van vergelijking gebruiken in Engelse zinnen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll