This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Geest voorbereiding toets
timer
10:00
Slide 1 - Slide
GEEST
Slide 2 - Mind map
Wat is Geest voor genre?
A
Drama
B
Verslaving
C
Ontwikkelingsverhaal
D
Gezinsverhaal
Slide 3 - Quiz
Je hebt de hoofdpersoon en bijfiguren
Jochem is de hoofdpersoon. Wie zijn de bijfiguren in Geest? Noem er een paar.
Slide 4 - Slide
Geest is:
A
Fictie en realistisch
B
Non-fictie en niet realistisch
C
Non-fictie en realistisch
D
Fictie en niet realistisch
Slide 5 - Quiz
De theorie van bijfiguren
1. Ze HELPEN de hoofdpersoon
2. Ze zijn de TEGENSTANDERS van de hoofdpersoon
Slide 6 - Slide
Ruimtes
Een boek speelt zich af in meerdere ruimtes. Wat zijn de belangrijkste in Geest?
Slide 7 - Slide
'Hij is een arrogante en populaire jongen, met zwart lang haar en donkerbruine ogen'.
A
Dit is indirect iemand leren kennen
B
Dit is direct iemand leren kennen
Slide 8 - Quiz
'Het meisje wordt benauwd en trillerig als ze voor de deur staat van de klas. Naar binnen gaan vindt ze spannend.'
A
Dit is indirect iemand leren kennen
B
Dit is iemand direct leren kennen
Slide 9 - Quiz
Terugverwijzing of flashback
De verschillen?
Slide 10 - Slide
Terugverwijzing =
Terugwijzing: in het verhaal wordt gesproken over iets dat vroeger is gebeurd zonder dat het verhaal echt wordt onderbroken, bijv. in een uitspraak of gedachte van een persoon.
Slide 11 - Slide
Flashback =
Terugblik of flashback: het verhaal springt terug in de tijd en vertelt iets dat vroeger is gebeurd. Het verhaal is niet-chronologisch.
Slide 12 - Slide
Wat is het vertelperspectief van Geest?
A
Ik-perspectief
B
Alwetende verteller
C
Hij/zij verteller
D
Wisselend perspectief
Slide 13 - Quiz
Wat zijn de thema's van Geest?
A
Rouw, vriendschap
B
Verhuizen, verdriet
C
Rouw, vriendschap, gezin
D
Verslaving, rouw, vriendschap, gezin
Slide 14 - Quiz
Jochem schrijft in het boek brieven naar zijn overleden zus. Waarom doet hij dat, denk je?
Slide 15 - Open question
Jochem is verslaafd aan gamen en de 'neppe online cyberwereld'. Waarom, denk je? Onderbouw je antwoord.