Les 14 - Nakijken vragen bij 'Onderwijs is er niet voor zelfontplooiing'

Onderwijs is er niet voor zelfontplooiing
Bespreken vragen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Onderwijs is er niet voor zelfontplooiing
Bespreken vragen

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 
- hoe je te werk gaat bij het beantwoorden van vragen bij een tekst. 

Slide 2 - Slide

Opdracht 2
In alinea’s 1 tot en met 3 wordt de huidige visie op het belang van
onderwijs vergeleken met die van de periode kort na de Tweede
Wereldoorlog.

Beschrijf de beide visies met betrekking tot dat belang van onderwijs.
Gebruik voor je gehele antwoord niet meer dan 35 woorden

Slide 3 - Slide

Opdracht 3
De kern van de tekst ‘Onderwijs is er niet voor zelfontplooiing’ bestaat uit
alinea’s 4 tot en met 10. Deze kern bestaat uit twee delen.
 
Bij welke alinea begint het tweede deel van de kern? 

Slide 4 - Slide

Opdracht 3
De kern van de tekst ‘Onderwijs is er niet voor zelfontplooiing’ bestaat uit
alinea’s 4 tot en met 10. Deze kern bestaat uit twee delen.
 
Bij welke alinea begint het tweede deel van de kern? 

Met andere woorden: waar neemt de tekst een andere wending?

Slide 5 - Slide

Opdracht 4
Geef aan wat volgens de tekst het belangrijkste verschil is tussen de
opvattingen van Marx en Marshall over de kansen voor de
arbeidersklasse.

Besteed aandacht aan beide opvattingen.
Gebruik voor je gehele antwoord niet meer dan 35 woorden

Slide 6 - Slide

Antwoorden opdracht 1 tot en met 5
1 D
2 Na de Tweede Wereldoorlog zagen ouders onderwijs als sleutel tot een welvarender leven. Tegenwoordig denkt niemand meer dat er een verband is tussen onderwijs en materiële welvaart. 
3 alinea 6
4 Volgens Marx kan alleen een revolutie verandering brengen in het lot van de arbeider. Volgens Marshall kan de arbeider zich door middel van scholing omhoog werken. 
5 D

Slide 7 - Slide

Opdracht 6
“Het ontbreken van het economische aspect in het denken over onderwijs is in Nederland een schadelijke misstand die ons nu al veel en in de toekomst nog meer geld en welvaart gaat kosten.” (regels 115-120)

 In alinea’s 7 en 8 worden twee argumenten gebruikt om dit standpunt te ondersteunen
Geef deze twee argumenten in eigen woorden weer.
Gebruik voor je beschrijving van beide argumenten samen niet meer dan 25 woorden. 

Slide 8 - Slide

Opdracht 10 
“Welvaart is een altijd stromende limonadebeek in Luilekkerland.” (regels 215-216)

Leg deze vergelijking uit.
Gebruik voor je antwoord niet meer dan 15 woorden

Slide 9 - Slide

Opdracht 10 
“Welvaart is een altijd stromende limonadebeek in Luilekkerland.” (regels 215-216)

Leg deze vergelijking uit.
Gebruik voor je antwoord niet meer dan 15 woorden

Laat de vraag in het antwoord terugkomen:  De vergelijking maakt duidelijk dat ...

Slide 10 - Slide

Antwoorden opdracht 6 tot en met 10
6 Door het verlies van talenkennis zijn we minder productief geworden. 
Door het verdwijnen van de ambachtsschool lopen we economische schade op. 
7 B
8 "Nu zitten ze op een school voor vmbo en vallen in slaap of gaan klieren als ze in een of andere 'beroepsgerichte kwalificatiestructuur' moeten proberen hun weg te vinden" (regels 158-162) 
Of: "Nu zitten ... te vinden" (regels 158-162)
9 A
10 Deze vergelijking maakt duidelijk dat welvaart als vanzelfsprekend wordt gezien, en dat is het niet. 

Slide 11 - Slide

Opdracht 13
- De hoofdgedachte heeft betrekking op de hele tekst; 
- Hints naar de hoofdgedachte zijn vaak in de inleiding en het slot te vinden; 
- Probeer voor je de antwoordmogelijkheden bekijkt eerst voor jezelf de hoofdgedachte te bepalen. 
- Ga op zoek naar de opties die het meest overeenkomt met jouw hoofdgedachte. 

Slide 12 - Slide

Opdracht 13
Welke zin geeft het beste de hoofdgedachte weer van de tekst ‘Onderwijs is er niet voor zelfontplooiing’?

A Het onderwijs is in ons land te veel gericht op de ontwikkeling van het individu en te weinig op het economische en algemene belang en als dat zo doorgaat, zal onze welvaart afnemen.
B In de huidige situatie hebben ouders te veel invloed op het onderwijs, waardoor er te weinig aandacht is voor inhoud en het economische aspect steeds meer wordt verwaarloosd. 
C In tegenstelling tot de huidige situatie zouden in het onderwijs economische principes een rol moeten spelen, omdat hiermee kosten bespaard kunnen worden. 
D Onze overheid zou zich minder moeten bemoeien met het onderwijs en de prioriteit bij economische ontwikkeling moeten leggen, want anders komt onze persoonlijke welvaart in gevaar. 

Slide 13 - Slide

Antwoorden opdracht 11 tot en met 15
11 Inhoud
12 D
13 A
14 Volgens de hoofdtekst gaat onderwijs om persoonlijke ontwikkeling van het individu. Volgens tekstfragment 1 is het onderwijs alleen een middel om aan een baan te komen. 
15 De nummers 2, 3 en 6

Slide 14 - Slide

Opdracht 16
Geef twee redenen uit tekstfragment 2 waarom de argumenten van
Schaberg in alinea’s 7 en 8 van de hoofdtekst niet zouden gelden.
Gebruik voor je totale antwoord niet meer dan 35 woorden.

Slide 15 - Slide

Opdracht 17
“Schaberg ziet de leerlingen van nu als toekomstige productiefactoren en niet als de toekomstige bewoners van dit land.” (laatste zin tekstfragment 2)
 
Welke rol ziet Schaberg voor het onderwijs weggelegd, volgens tekstfragment 2?
Gebruik voor je antwoord niet meer dan 15 woorden

Slide 16 - Slide

Antwoorden opdracht 16 tot en met 18
16 Volgens tekstfragment 2 gelden Schabergs argumenten niet, omdat Engels een wereldtaal is geworden, waardoor het leren van vreemde talen niet zo belangrijk is en bestaat de ambachtsschool niet meer, omdat er niet voldoende interesse meer voor was. 
17 Volgens tekstfragment 2 vindt Schaberg dat onderwijs er is voor de arbeidsmarkt.  
18 Volgens de hoofdtekst 

Slide 17 - Slide