9.3 Modern Imperialisme

9.3 Modern imperialisme
vanaf blz. 241



welk K.A.?
1 / 27
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 27 slides, with text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

9.3 Modern imperialisme
vanaf blz. 241



welk K.A.?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoe denk je dat deze wereld veranderde toen de Europese ontdekkingsreizigers hier arriveerden?

Slide 2 - Slide

De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
Belgische koning Leopold II (1835-1909)
Ontdekkingsreiziger Stanley

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Kongo-Vrijstaat
  • Persoonlijke kolonie

  • Afschaffing slavernij
  • Verspreiden van het geloof

  • Dure Kolonie
  • Dwangarbeid en martelingen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Leopolds schrikbewind in Congo
  • Kongo-Vrijstaat
  • dwangarbeid rubberoogst
  • mishandelingen en moordpartijen 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

AANTEKINGEN:
Modern Imperialisme
19e eeuw: 
  • Europese landen niet langer tevreden met handelsposten of kleinere bezittingen van waaruit ze handel konden drijven (zoals bij eerdere kolonialisme). 
  • Vanaf 1870 begon er een soort race tussen West-Europese landen om zo snel mogelijk zelfs de meest ondoordringbare gebieden te bezetten om zo een wereldrijk (imperium) te stichten!

Slide 6 - Slide

verhaal ontdekkingsreiziger Stanley
AAN DE SLAG
  • Arceer in de boek de oorzaken van de opkomst van het modern imperialisme. Arceer ook de twee fasen die worden genoemd op blz.243. 
  • Maken vraag 5,6 en 7
  • Tijd over? --Maak een spotprent over White man's burden of koning Leopold of werk aan je samenvatting

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

bespreken vragen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

les 2

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

In je boek 
Staan vijf gevolgen van het modern imperialisme. Arceer deze.
Maken vraag 9,10 en 12

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

bespreken vragen

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

aan de slag met je po

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

extra materiaal

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Positief ? Gevolg 5 : betere voorzieningen
  • Inwoners profiteerden van de aanleg en verbetering van spoorwegen en (water)wegen, ook al waren die bedoeld voor de aan- en afvoer van grondstoffen en eindproducten. 
  • Ook leerde een deel van de inwoners lezen en schrijven
  • De gezondheidszorg verbeterde door de bouw van ziekenhuizen
  • Er werden betere manieren aangeleerd om landbouw te bedrijven

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Begrippen
  • Modern imperialisme: het verschijnsel vanaf de 19e eeuw waarbij Europese landen streven naar een groot koloniaal rijk en de koloniën gebruiken als producenten van grondstoffen en als afzetgebieden. 
  • Indirect bestuur: manier van besturen van een kolonie waarbij het inheemse bestuur ondergeschikt is aan het koloniale bestuur, maar wel blijft functioneren.
  • Direct bestuur: manier van besturen van een kolonie waarbij Europese ambtenaren de koloniale bevolking rechtstreeks besturen, zonder tussenkomst van een inheems bestuur.
  • Cultuurstelsel: economisch systeem voor de exploitatie van Java; hierbij moest de bevolking een vijfde van haar grond bebouwen met landbouwgewassen voor de Europese markt in ruil voor plantloon.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken modern imperialisme
  • Economisch: Fabrieken (industrialisatie) hadden behoefte aan grondstoffen uit de koloniën, zoals olie, rubber en katoen.
  • Door de industrialisatie hadden Europeanen een technologische voorsprong gekregen. Ze hadden betere wapens, schepen, navigatie- en communicatiemiddelen dan de bewoners van Afrika en Azië.
  • Het 19e eeuwse nationalisme zorgde voor het idee dat een ‘belangrijk’ volk een groot overzees gebied verdiende.
  • Onder invloed van de Verlichting (vooruitgangsdenken) had men had het gevoel dat blanke Europeanen beter ontwikkelde mensen waren dan Aziaten en Afrikanen. Ze voelden zich superieur. Ze meenden daarom het recht te hebben andere volken te overheersen en te bekeren. (superioriteitsdenken).

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Gevolg 1: De kolonies kregen te maken met Europese politieke machthebbers b.v. in Brits-Indië
  • Groot-Brittannië had in de 19e eeuw het meeste succes bij het stichten van een imperium. Overal op de wereld hadden de Britten koloniën. 
  • De belangrijkste was Brits-Indië. (Deze kolonie omvatte de huidige landen India, Sri Lanka, Pakistan, Bangladesh en een deel van Myanmar).
  • Er woonden in 1880 zo’n 250 miljoen mensen.
  • Dit enorme gebied werd bestuurd door slechts 1.000 Britse ambtenaren en 40.000 soldaten.
  • De Britten maakten handig gebruik van de plaatselijke adel. Voor de bevolking leek het alsof hun land werd geregeerd door Indiase vorsten, maar deze moesten luisteren naar de Britten (indirect bestuur) 
  • India leverde goedkope grondstoffen voor de Britse industrie en vormde tegelijk een belangrijke afzetmarkt

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Gevolg 2: De bevolking werd gedwongen bij te dragen aan de economische activiteiten van het moederland b.v. in NL-Indië
  • Java moest winstgevend zijn waardoor het cultuurstelsel werd ingevoerd
  • Boeren moesten op 20% van hun grond, verplichte gewassen verbouwen waaraan NL veel geld verdiende
  • De inheemsen konden minder rijst verbouwen en leden honger
  • In 1870 schafte de liberale regering het cultuurstelsel af en het systeem van vrije arbeid werd ingevoerd met Europese ondernemers en lokale loonarbeiders

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Gevolg 3: een deel van de inheemse bevolking werd ingeschakeld bij het bestuur en in het leger.
  • Vaak koos het westerse bestuur daarbij voor heel specifieke bevolkingsgroepen, zoals etnische of religieuze minderheden.
  •  Zo kende het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) een groot percentage soldaten uit de Molukken
  • De bevoorrechte groepen waren loyaal aan het koloniale bestuur
  • Deze werkwijze vergrootte wel de onderlinge tegenstellingen binnen de inheemse bevolking.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Gevolg 4: willekeurige grenzen
  • koloniserende landen trokken vaak willekeurige grenzen door de kolonie zonder rekening te houden met  verschillen tussen volken
  • Toen koloniën in de 20e eeuw onafhankelijk werden, vormden die grenzen vaak een bron van conflicten en burgeroorlog.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions