Bijwoordelijke bepaling

H6 Grammatica
Bijwoordelijke bepaling
Week  
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H6 Grammatica
Bijwoordelijke bepaling
Week  

Slide 1 - Slide

Lesdoelen deze week:
--> Je weet wat een bijwoordelijke bepaling is;
--> Je kunt een bijwoordelijke bepaling in een zin vinden

Slide 2 - Slide

Welke zinsdelen ken je?

Slide 3 - Mind map

Hoe kun je het meewerkend voorwerp in een zin vinden?

Slide 4 - Open question

Jan gaf de toets aan de leraar.

Wat is 'de toets'?
A
gezegde
B
lijdend voorwerp
C
onderwerp
D
meewerkend voorwerp

Slide 5 - Quiz

Wie heeft gisteren mijn konijn eten gegeven?
Wat is 'Wie' ?
A
Onderwerp
B
Meewerkend voorwerp
C
Lijdend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 6 - Quiz

Bijwoordelijke bepaling (bwb)
Zinsdelen die overblijven als je het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp hebt bepaald, zijn bijwoordelijke bepalingen

Let op: een zin kan meerdere bijwoordelijke bepalingen bevatten.

Slide 7 - Slide

Bijwoordelijke bepaling (bwb)
Een bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op vragen als:
 
- Waar? Sommige vogels  / nesten  / in oude gebouwen.                
Wanneer? De toets / wiskunde / is / op donderdag.                        
- Waarheen? Vorige week / zijn /we / naar de film / geweest.          
- Waarom? Vanwege een ruzie  / werd / de wedstrijd / gestaakt.   

Slide 8 - Slide

Bijwoordelijke bepaling (bwb)
De bwb kan dus antwoord geven op de volgende vragen: 

waar / wanneer / waarvan(daan) / waarheen / waarom / waardoor / waarmee / waarover / hoe / hoe lang?

De vraagwoorden zelf zijn in een zin ook een bwb. 

Slide 9 - Slide

Wat is de bwb?
Gisteren heb ik een dansje gedaan.
A
heb
B
ik
C
gisteren
D
dansje

Slide 10 - Quiz

Het heeft dit hele weekend gesneeuwd!
A
Het
B
hele weekend
C
dit hele weekend
D
gesneeuwd

Slide 11 - Quiz

Noteer de bijwoordelijke bepaling(en) van de volgende zin: In 2020 duurt de meivakantie twee weken.

Slide 12 - Open question

Benoem pv, ow, wg, lv, mv en bwb:

Het theater werd wegens een verbouwing gesloten

Slide 13 - Open question

Benoem pv, ow, wg, lv, mv en bwb:

De bladeren bieden ons koele schaduw op warme dagen

Slide 14 - Open question

Aan de slag!
--> Maak de opdrachten van H6 grammatica zinsdelen 'bijwoordelijke bepaling' 
--> Je maakt vijf opdrachten

Klaar?
- Lezen uit je leesboek 

Slide 15 - Slide