Ontleding
1 / 14
Lesson duration is: 20 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat is een ontledingsreactie?
A
Een reactie zonder beginstoffen.
B
Een reactie met één beginstof en twee of meer reactieproducten.
C
Een reactie waarbij twee stoffen samenkomen.
D
Een reactie waarbij een stof wordt verbrand.
Slide 2 - Quiz
Welke drie typen ontledingsreacties bestaan er?
A
Verbranding, oxidatie en reductie
B
Neutralisatie, precipitatie en substitutie
C
Thermolyse, fotolyse en elektrolyse
D
Fotosynthese, verbranding en hydrolyse
Slide 3 - Quiz
Wat is thermolyse?
A
Een ontledingsreactie door middel van warmte.
B
Een ontledingsreactie door middel van elektriciteit.
C
Een chemische reactie zonder verandering.
D
Een ontledingsreactie door middel van licht.
Slide 4 - Quiz
Wat is fotolyse?
A
Een reactie zonder energietoepassing.
B
Een ontledingsreactie door middel van licht.
C
Een ontledingsreactie door middel van elektriciteit.
D
Een reactie waarbij warmte wordt gebruikt om stoffen te maken.
Slide 5 - Quiz
Wat is elektrolyse?
A
Een reactie waarbij licht wordt gebruikt.
B
Een ontledingsreactie door middel van elektriciteit.
C
Een reactie waarbij warmte wordt gebruikt.
D
Een proces zonder elektriciteit.
Slide 6 - Quiz
Wat zijn de producten van de elektrolyse van water (H₂O)?
A
Stikstof
B
Koolstofdioxide
C
Zuurstof
D
Waterstof
Slide 7 - Quiz
Wat is de reactievergelijking voor de ontleding van water?
A
2H2 + O2 --> 2H2O
B
2H2O --> O2 + 2H2
C
O2 + 2H2 --> 2H2O
D
H2O --> H2 + O
Slide 8 - Quiz
Wat ontstaat er bij ontleding van methaan (CH₄)?
A
Koolstofdioxide (CO₂) en water (H₂O)
B
Zuurstof (O₂) en stikstof (N₂)
C
Methanol (CH₃OH) en zuurstof (O₂)
D
Koolstof (C) en waterstofgas (H₂)
Slide 9 - Quiz
Bij welke reactie is zuurstof betrokken?
A
Bij ontleding
B
Bij verbranding
Slide 10 - Quiz
Wat ontstaat er bij de volledige verbranding van methaan?
A
Alleen water
B
Koolstofdioxide en water
Slide 11 - Quiz
Wat gebeurt er bij onvolledige verbranding?
A
De brandstof verbrandt volledig en produceert CO₂.
B
De brandstof produceert alleen water.
C
De brandstof verbrandt met onvoldoende zuurstof.
D
De brandstof verbrandt in overvloed aan zuurstof.
Slide 12 - Quiz
Wat ontstaat bij onvolledige verbranding?
A
Alleen CO₂ en water.
B
Alleen C-atomen.
C
Alleen roet.
D
C-atomen, roet of CO.
Slide 13 - Quiz
Wat is een gevolg van onvolledige verbranding?
A
Schone energieproductie.
B
Volledige verbranding van brandstof.
C
Vervuilende stoffen in de lucht.
D
Geen schadelijke stoffen.
