Verbos regulares AR

Traduce las frases
Regelmatige werkwoorden -AR
1 / 30
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 1,4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Traduce las frases
Regelmatige werkwoorden -AR

Slide 1 - Slide

Ik dans (bailar)
A
baila
B
bailo
C
bailar
D
bailaro

Slide 2 - Quiz

Jij werkt (trabajar)
A
trabajo
B
trabaja
C
trabajas
D
trabajáis

Slide 3 - Quiz

Pedro en Juan praten (hablar)
A
Pedro y Juan hablamos
B
Pedro y Juan habláis
C
Pedro y Juan hablar
D
Pedro y Juan hablan

Slide 4 - Quiz

Mijn broer en ik kopen (comprar)
A
Mi hermano y yo compro
B
Mi hermano y yo comprar
C
Mi hermano y yo compráis
D
Mi hermano y yo compramos

Slide 5 - Quiz

U werkt (trabajar)
A
Trabaja
B
Trabajan
C
Trabajáis
D
Trabajamos

Slide 6 - Quiz

Wij tekenen (dibujar)
A
Dibujamos
B
Dibujáis
C
Dibujan
D
Dibujar

Slide 7 - Quiz

Jij houdt van (amar)
A
Amo
B
Amamos
C
Amáis
D
Amas

Slide 8 - Quiz

Jullie werken (trabajar)
A
Trabajáis
B
Trabajamos
C
Trabajar
D
Trabajas

Slide 9 - Quiz

Roberto accepteert (aceptar)
A
Aceptan
B
Aceptas
C
Acepta
D
Acepto

Slide 10 - Quiz

Juan en jij kopen (comprar)
A
Juan y tú comprar
B
Juan y tú compráis
C
Juan y tú compras
D
Juan y tú compramos

Slide 11 - Quiz

jullie knuffelen (abrazar)
A
Abrazo
B
Abrazar
C
Abrazamos
D
Abrazáis

Slide 12 - Quiz

Wij werken (trabajar)

Schrijf het pers. vnw. niet op!

Slide 13 - Open question

Jij koopt (comprar)

Schrijf het pers. vnw. niet op!

Slide 14 - Open question

Hij accepteert (aceptar)

Schrijf het pers. vnw. niet op!

Slide 15 - Open question

Jullie maken schoon
(limpiar)

Schrijf het pers. vnw. niet op!

Slide 16 - Open question

Zij reizen
(viajar)

Schrijf het pers. vnw. niet op!

Slide 17 - Open question

Ik loop
(caminar)

Schrijf het pers. vnw. niet op!

Slide 18 - Open question

Jij studeert
(estudiar)

Schrijf het pers. vnw. niet op!

Slide 19 - Open question

Wij repareren
(reparar)

Schrijf het pers. vnw. niet op!

Slide 20 - Open question

Ik houd van
(amar)

Schrijf het pers. vnw. niet op!

Slide 21 - Open question

Hij blaft
(ladrar)

Schrijf het pers. vnw. niet op!

Slide 22 - Open question

Wij werken
(trabajar)

Schrijf het pers. vnw. niet op!

Slide 23 - Open question

Jij wast
(lavar)

Schrijf het pers. vnw. niet op!

Slide 24 - Open question

Wij geven
(dar)

Schrijf het pers. vnw. niet op!

Slide 25 - Open question

Jij verbetert
(mejorar)

Schrijf het pers. vnw. niet op!

Slide 26 - Open question

Ik koop
(comprar)

Schrijf het pers. vnw. niet op!

Slide 27 - Open question

Wij studeren
(estudiar)

Schrijf het pers. vnw. niet op!

Slide 28 - Open question

Jij zwemt
(nadar)

Schrijf het pers. vnw. niet op!

Slide 29 - Open question

U kijkt
(mirar)

Schrijf het pers. vnw. niet op!

Slide 30 - Open question