Begrip van Ecosystemen

Begrip van Ecosystemen
1 / 21
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Begrip van Ecosystemen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je de belangrijkste componenten van een ecosysteem benoemen en hun functies beschrijven. Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe energie door een ecosysteem stroomt via voedselketens en voedselwebben. Aan het einde van de les kun je verschillende soorten interacties tussen organismen in een ecosysteem identificeren en beschrijven. Aan het einde van de les kun je het belang van ecosystemen voor het leven op aarde uiteenzetten en de rol van biodiversiteit, water- en luchtfiltratie, klimaatregulatie en nutriëntencycli verklaren.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over ecosystemen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Definitie en complexiteit van een ecosysteem
Een ecosysteem is een complexe gemeenschap van levende organismen en hun niet-levende omgeving.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Componenten van een ecosysteem: producenten, consumenten, afbrekers
Producenten halen energie uit zonlicht, consumenten verkrijgen energie door andere organismen te eten, afbrekers breken dode materie af en recyclen voedingsstoffen.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Energieoverdracht: voedselketens en voedselwebben
Energie stroomt via voedselketens en voedselwebben in een ecosysteem.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Interacties in ecosystemen: predatie, concurrentie, symbiose
Predatie, concurrentie en symbiose reguleren populaties en diversiteit in een ecosysteem.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Het belang van ecosystemen
Ecosystemen zijn essentieel voor biodiversiteit, water- en luchtfiltratie, klimaatregulatie en nutriëntencycli.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Begrip van Ecosystemen
Een ecosysteem is een gemeenschap van levende organismen en hun interactie met de niet-levende omgeving.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Producenten
Organismen die hun eigen voedsel maken met zonlicht via fotosynthese.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Consumenten
Dieren die planten, andere dieren of beide eten om energie te verkrijgen.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Afbrekers
Organismen zoals bacteriën en schimmels die dode materie afbreken en voedingsstoffen terugbrengen in de bodem.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Energieoverdracht
De stroom van energie door een ecosysteem via voedselketens en -webben.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Predatie
Een interactie waarbij een organisme (de predator) een ander organisme (de prooi) vangt en eet.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Concurrentie
Een situatie waarin organismen strijden voor dezelfde hulpbronnen zoals voedsel, water of territorium.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Symbiose
Een nauwe en langdurige relatie tussen verschillende soorten, inclusief mutualisme, commensalisme en parasitisme.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Biodiversiteit
De variatie van levensvormen binnen een ecosysteem, wat zorgt voor stabiliteit en veerkracht tegen milieuveranderingen.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Nutriëntencyclus
Het proces waarbij afbrekers organische materie afbreken, waardoor voedingsstoffen vrijkomen voor planten.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 19 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 20 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 21 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.