H2 Woordenschat - Woordenlijst H2

H2 Woordenschat - Woordenlijst H2
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H2 Woordenschat - Woordenlijst H2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

In H2 Woordenschat heb je geleerd over 3 nieuwe stijlfiguren: 
- hyperbool - understatement - eufemisme
- Je leert de woorden uit de woordenlijst H2 
- Je kunt de betekenis van lastige woorden opzoeken in het woordenboek
- Je kent de woorden uit de woordenlijst H2
Zelfstandig aan de slag met een woordenboek: 
- woordenlijst op papier: woordbetekenissen opzoeken 
- woordenlijst oefenen via LessonUp Woordenlijst H2
Nederlands H2 Woordenschat blz. 56-59
Woordblad woordenlijst H2
LessonUp-quiz oefenen

Hoe ging het? 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
- Je leert de woorden uit de woordenlijst H2
- Je kunt de betekenis van lastige woorden opzoeken in het woordenboek
- Je kent de woorden uit de woordenlijst H2

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent de allesbehalve?
A
Helemaal niet, geenszins
B
Zeker wel
C
Ik denk het
D
Heel misschien

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat is bekeren tot?
A
Laten omdraaien naar het juiste rijk
B
Laten overtuigen van
C
Laten drinken uit de juiste beker
D
Laten dansen volgens de juiste manier.

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

een beroep doen op
A
arbeid zoeken
B
werk uitvoeren
C
verzoeken, vragen
D
niet weten wat je later wilt gaan doen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent bescheiden?
A
als je je klein of onbelangrijk maakt of voelt. (kleine)
B
verder zijn dan de ander. (verder)
C
dat je heel fanatiek bent. (fanatiek)
D
er zin in hebben en het belangrijk vinden. (enthousiast)

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een campagne?
A
Een drankje (met alcohol)
B
Een soort reclame voor iets dat je wilt bereiken (publiekactie)
C
Afleveringen op televisie over politiek
D
Een streek in Frankrijk

Slide 8 - Quiz

Een campagne heeft tot doel om mensen te informeren, ergens iets over te vertellen. Maar een campagne wil ook graag dat mensen ergens over na gaan denken en misschien hun mening aanpassen. 

Soort reclame voor iets wat je wilt bereiken dus. 
Als je een doorbraak beleeft...
A
kun je ritmisch bewegen.
B
heb je plotseling een vooruitgang.
C
leer je je afkomst kennen.
D
woon je in een achterstandswijk.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

fabeltjes
A
Meneer de Uil
B
verzinsels
C
mythe
D
sage

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn inactieven
A
Mensen tegen BTW verhoging
B
Mensen die niet actief naar werk zoeken
C
Mensen zonder betaald werk (werklozen)
D
Mensen die zwart geld krijgen (zwartwerkers)

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

inspelen op
A
een instrument bespelen
B
actief reageren op iets
C
een spel spelen
D
actief buiten spelen

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt verstaan onder een masculien:
A
Een cultuur waarin waarde wordt gehecht aan assertiviteit, resultaat en succes.
B
Een cultuur waarin socialisatie en het geld verdienen van belang is.
C
Een cultuur waarin inhoudelijke relatie van belang is.
D
mannelijk

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

maskeren
A
een masker opzetten (in figuurlijke zin)
B
een masker opzetten (in letterlijke zin)
C
er geen zin in hebben
D
verbergen

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

misvatting
A
verkeerd gevangen
B
verkoudheid
C
onjuiste opvatting, verkeerd idee
D
zekerheid

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent omslag?
A
verandering
B
Plaatjes
C
Gedichtjes
D
doorslaan

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

potentiele
A
alleenrecht
B
mogelijke
C
mode
D
officiële

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de betekenis van 'resulteren in'?
A
meer of groter worden
B
leiden tot
C
vastleggen
D
elk detail willen weten

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

de strategie
A
de aanpak
B
de manier
C
hindernis
D
gezegd van iets waarvan je veel verwacht

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

De betekenis van 'temperen' is...
A
verminderen
B
Temperatuur
C
Woede
D
Werk

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het woord: überhaupt?
A
het gaat om
B
verbeteren
C
helemaal
D
op die manier

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent 'verbastering'?
A
De bast van een boom wordt verwijderd
B
Een woord wordt vervormd (vervorming)
C
Iemand loopt met ontbloot bovenlijf ('in z'n blote bast')
D
Een woord wordt geleend uit een andere taal

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

wat is verzadigd
A
totaal gevuld
B
ongevuld
C
leeg

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

wijdverspreid
A
ver weg
B
uit elkaar
C
veel voorkomend
D
achterstand

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

zich toeleggen op
A
ontelbaar, heel veel
B
het voorwerp
C
de afwisseling
D
zich bezighouden met

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

uitdrukkingen
Hier oefen je een aantal uitdrukkingen, die gekoppeld zijn aan hyperbool, understatement en eufemisme.

Zorg dat je de gehele lijst van H2 Woordenlijst uit het hoofd leert (herken de stijlfiguur en leer de letterlijke betekenis)

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Hieronder zie je figuurlijk taalgebruik, zoek de juiste stijlfiguren erbij.
Understatement
Eufemisme
de boel verbouwen
creatief omgaan met de waarheid
een aardig balletje kunnen trappen
zijn stinkende best doen

Slide 27 - Drag question

This item has no instructions

Gisteren hebben we opa naar zijn laatste rustplaats gebracht.

Toen zijn partij weer vier zetels had gewonnen in de peilingen reageerde de fractieleider met: ‘Niet slecht’.
Je wordt doodgegooid met informatie over de verkiezingen.
Eufemisme
Hyperbool
Under-
statement

Slide 28 - Drag question

This item has no instructions

Hyperbool
Drieslag
Eufemisme
Omgekeerde climax 
Understatement
Climax
honderd keer
Hij kwam, hij zag, hij overwon 
een volslank figuur
geen leren laarzen, geen boots, geen sneakers, maar pantoffels 
We moeten er nog wel wat aan doen
Goed, beter, uitmuntend 
Ik heb een zee van tijd 

Slide 29 - Drag question

This item has no instructions