Tegenwoordige tijd (Tip: Alleen een T erachter, nooit een d!)
Ik
luister of ik een T erachter hoor.
Hij fietst elke dag naar school. > DUIDELIJK!
Ik fiets eigenlijk nooit. > DUIDELIJK!
Maar... bij sommige hoor je het minder goed.
Hij meldt/meld zich ziek. > Hmmm...??
Dan vul ik een makkelijk werkwoord in! Lopen, maken, fietsen, smurfen... dan hoor je het!