TWIXX Week 3 _M@-GZ Begeleiden van zorgvragers met kanker (VP)

TWIXX 

Week 3

 _M@-GZ Begeleiden van zorgvragers met kanker (VP)







2023/2024
Verpleegkunde
Leerjaar 2 
1 / 31
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

TWIXX 

Week 3

 _M@-GZ Begeleiden van zorgvragers met kanker (VP)







2023/2024
Verpleegkunde
Leerjaar 2 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Onderwerpen 
- Huidkanker
- Botkanker
- Prostaatkanker 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Huidkanker 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Basaalcelcarcinoom (BCC)




Meest voorkomende vorm van huidkanker.

Op de huid die blootgesteld wordt aan de zon.

Ontstaat in de onderste cellen van de bovenste huidlaag


 

1 op de 5 
Er bestaan verschillende vormen basaalcelcarcinoom:
1. Oppervlakkig (ofwel superficieel) groeiend BCC: een oppervlakkige vorm die kan lijken op eczeem, meestal op de ledematen en de romp
2. Solide (nodulair) groeiend BCC: een enkel knobbeltje, meestal in het gezicht
3. Sprieterig groeiend BCC: een vorm die erg lijkt op een litteken

Het oppervlakkig BCC en het solide BCC komen het meest voor.




Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Plaveiselcelcarcinoom(PCC)

Kwaadaardige vorm van huidkanker.
 
Ontstaat in de opperhuid 

Op de huid die het meest wordt blootgesteld aan de zon.

 Soms uitzaaiingen naar de lymfeklieren en andere organen.

 16% vooral 65-plussers. .

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Melanoom

Agressieve vorm van huidkanker.

Ontstaan uit pigmentcellen die muteren (veranderen) in kankercellen en zich ongeremd gaan delen.





Overmatige blootstelling aan (kunstmatige) uv-straling.

Je kunt een melanoom herkennen aan de hand van de Engelse ABCDE-regel.

Verschillende stadia bevinden (0, I, II, III of IV). 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat past er bij melanoom?
A
overmatige blootstelling aan (kunstmatige) uv-straling.
B
is goedaardig
C
ongeremde groei van kankercellen
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Waar ontstaat Plaveiselcelcarcinoom(PCC)?
A
lederhuid
B
onderhuidsbindweefsel
C
opperhuid
D
alle antwoorden zij juist

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Welke stelling past bij een Basaalcelcarcinoom (BCC)?
A
1 op 5
B
niet kwaadaardig
C
ontstaat in de onderste cellen van de bovenste huidlaag
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wie hoort bij de risicogroep?
A
iedereen behoort tot de risico groep
B
donkere huid en donkere haar
C
lichte huidskleur, lichte ogen en licht haar
D
als je net een operatie hebt gehad

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat kun je doen aan preventie?
A
zonnen tussen 10-16 uur zonnebrandcrème mag maar is niet noodzakelijk
B
zonnen tussen 10-16 zonnebrandcrème gebruiken
C
niet zonnen tussen 10-16 uur zonnebrandcrème gebruiken
D
alle drie de antwoorden zijn juist

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Botkanker 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Botkanker 
Ontstaat vanuit het bot of kraakbeen. 
Jaarlijks krijgen ongeveer 190 mensen botkanker. 
Alle leeftijden, ook bij kinderen.
 
Verschillende soorten botkanker;
- De meest voorkomende soort is osteosarcoom.

Meestal is het een uitzaaiing van een tumor ergens anders in het lichaam. 
Bijvoorbeeld van borst- of prostaatkanker. 
Dit is dan geen botkanker, maar uitgezaaide borst- of prostaatkanker.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Hoe herken je botkanker?
Pijn
Zwelling
Spontaan fractuur 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Behandelingen
Een operatie
Chemotherapie
Bestraling

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Prostaat 
Klier die vlak onder de blaasuitgang en om de plasbuis heen ligt.
De prostaat is ongeveer zo groot als een walnoot of kastanje
Maakt onderdeel uit van het mannelijk voortplantingssysteem

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

functie prostaat
  • Samen met zaadblaasjes levert grootste deel vocht van het sperma.
  • Het vocht dat de prostaat produceert is basisch en dient als een tegenhanger van het zure milieu in de vagina.  
  • Noodzakelijk om de zaadcellen goed te kunnen laten functioneren. 
  • Daarnaast geeft het prostaat-specifiek antigeen (PSA) af aan de bloedbaan    
  •   Verhoogd PSA kan wijzen op benigne prostaathypertrofie bij oudere mannen of prostaatkanker.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Prostaat klachten

Slide 27 - Slide

Plas klachten
  • Een verhoogde aandrang tot plassen
  • Moeilijkheden om de plas op gang te brengen (dysurie)
  • Een zwakke straal
  • Vaak ’s nachts plassen (nycturie).
Erectieproblemen
  • Relatie vergrote prostaat en erectieproblemen. Het is nog niet bekend waarom hier een verband tussen is maar het is duidelijk dat mannen met symptomen van een vergrote prostaat ook vaak erectiestoornissen hebben
Onderzoeken
Rectaal toucher
Transrectale echo
Soms punctie om kanker uit te sluiten

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Prostaat kanker/carcinoom
Kwaadaardige cellen in de prostaat
Meest voorkomende vorm van kanker bij mannen
Leeftijd (50+)- genetisch - etniciteit

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Andere behandelingen
  • Radiotherapie inwendig of uitwendig
  • Chemotherapie
  • Hormoontherapie soms  gericht op verminderen mannelijke geslachtshormonen en hun werking tegen te gaan
  • Cryoablatie (een behandeling waarbij de tumor bevroren wordt)
  • Brachytherapie. verkleint het risico op incontinentie en impotentie

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Casuïstiek
Kies een persoon uit OML van dit seizoen.
Kijk gerust de uitzendingen nog even na met elkaar.
Ga deze week en volgende week in groepjes van 3-4 aan de slag
PES ; SMART doelen en interventies.
Denk aan: 
Korte termijn (bijv. 1 week) en lange termijn (bijv. 1 jaar)
Juiste urgentie 
Verpleegkundige diagnoses en doelen!

Ga met elkaar de discussie aan, denk kritisch en kom tot een mooi plan van aanpak. 
Volgende week bespreken we na

Slide 31 - Slide

This item has no instructions