Grammatica en taalschat blok 2 - Herhaling

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Grammatica en taalschat herhaling

• Tas op de grond.
• Spullen van Nederlands vast klaarleggen.
• Boek van de stapel pakken.
  

Grammatica: Zinsontleding

1. Herhalen woorden taalschat

2.Herhalen zinsdelen

Wat betekent:
juridisch?

Wat betekent:
juridisch?

Wat betekent:
vonnissen?

Wat betekent: proportioneel?

Wat betekent: criminologie en delinquent?

Zinsontleding

- Een zin ontleed je altijd in een vaste volgorde.

- Elke zin heeft in ieder geval twee zinsdelen, anders is het geen zin.

- Elke zin heeft een persoonsvorm nodig.

- De persoonsvorm vind je door de zin van tijd te veranderen.

Wat is het eerste zinsdeel dat je zoekt als je een zin gaat ontleden?

Uit welke werkwoorden bestaat het gezegde van de zin?

1. de persoonsvorm
2. de andere werkwoorden die je bij stap 2 hebt gevonden
3. alle werkwoorden bij elkaar
4. werkwoorden? wat zijn dat?

Op welke manier is de zin juist verdeeld in zinsdelen?

1. De juf legt l het l mij l uit.
2. De juf l legt l het mij l uit.
3. De l juf l legt l het l mij l uit.
4. De juf l legt l het l mij l uit.

Op welke manier vind je het onderwerp van de zin?

En nu: 

Noteer het bouwplan van de volgende zinnen in je schrift. 

Zet zinsdeelstrepen en schrijf het bouwplan eronder. 

1. De leerlingen vieren feest in de fietsenstalling met hun klasgenoten.
   
2. De docenten geven graag huiswerk op met zijn allen om de leerlingen te helpen.
   
3. De leerlingen willen op vrijdag liever vrij zijn .
4. 
   

Dilemma's op vrijdag!

• Je mag een nieuwe wet invoeren
• Of je mag een dag van je leven opnieuw beleven.