15 november

1 / 50

Slide 1: Slide

NT2Middelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 1,2

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 200 min

Items in this lesson

15 november

Slide 1 - Slide

Lezen

timer

30:00

Slide 2 - Slide

Ik ben in huis en ik zie......

Slide 3 - Slide

Vertel over je eigen huis.

Hoe ziet je huis (waar je vroeger woonde) eruit?

Hoeveel kamers heeft het huis?

Hoeveel bedden staan er in het huis?

Welke meubels hebben/hadden jullie?

Slide 4 - Slide

werkwoorden

verleden tijd

Slide 5 - Slide

(onvoltooid) verleden tijd

Slide 6 - Slide

VERLEDEN TIJD

Slide 7 - Slide

VERLEDEN TIJD

Slide 8 - Slide

Ik (fietsen) gisteren naar de stad.

fietsde

fietste

fieste

fietse

Slide 9 - Quiz

Kadir (bellen) vorige week naar zijn oma.

belde

belte

bolt

bellede

Slide 10 - Quiz

Vorige vakantie (fietsen) wij naar de Elbe. (verleden tijd)

Slide 11 - Open question

Janus en Rachid (werken) vorige jaar allebei bij de Aldi.

Slide 12 - Open question

werkwoorden-->verleden tijd

Slide 13 - Slide

Sterke werkwoorden in de verleden tijd

lopen: ik loop - ik liep

fluiten: ik fluit - ik floot

snijden: ik snijd, ik sneed

Slide 14 - Slide

Sterke werkwoorden

Het werkwoord verandert in de verleden tijd sterk van klank.

loop --> liep

Koop --> kocht

denken --> dachten

bewegen --> bewogen

zijn --> waren

Zwakke werkwoorden

Het werkwoord verandert in de verleden tijd zwak van klank. Je kijkt naar de stam en voegt een TE(N) of DE(N) bij.

hoop --> hoopte

maken --> maakten

voelen --> voelden

Slide 15 - Slide

lopen - liep - gelopen

Ik loop --> ik liep

jij loopt --> jij liep

zij loopt --> zij liep

hij loopt --> hij liep

u loopt --> u liep

wij / jullie / zij lopen --> wij / jullie / zij liepen

Ik ben naar de winkel gelopen.

Slide 16 - Slide

Kopen - kocht -gekocht

Ik koop --> ik kocht

wij kopen --> wij kochten

Ik heb een brood gekocht.

Slide 17 - Slide

denken - dacht - gedacht

Ik denk --> ik dacht

jij denkt --> jij dacht

wij denken --> wij dachten

Ik heb dit altijd gedacht.

Slide 18 - Slide

Ik (lopen v.t.).... naar Kampen.

loopte

loop

liep

liepte

Slide 19 - Quiz

Gisteren (kopen)..... hij drie appels en twee peren.

koopte

kocht

koopt

gekocht

Slide 20 - Quiz

Vorig jaar (denken v.t.) ..... wij te verhuizen.

denkten

denkte

dachten

dachtten

Slide 21 - Quiz

Zij (denken v.t.) ... de hele dag aan haar oma.

Slide 22 - Open question

Gisteren .... (lopen v.t.) hij naar school, vandaag ging hij met de fiets.

Slide 23 - Open question

Ik (kopen v.t.) ... kleren voor mijn dochter.

Slide 24 - Open question

het lichaam spreeklessen

Slide 25 - Slide

speedflow

Zeg de woorden die je ziet,

zo snel als je kan!

Slide 26 - Slide

Zeg zo snel als je kan....

Slide 27 - Slide

Zeg zo snel als je kan...

Slide 28 - Slide

Zeg zo snel als je kan...

Slide 29 - Slide

Zeg zo snel als je kan...

Slide 30 - Slide

Zeg zo snel als je kan...

Slide 31 - Slide

Zeg zo snel als je kan...

Slide 32 - Slide

Zeg zo snel als je kan...

Slide 33 - Slide

Nog een laatste keer....

Slide 34 - Slide

Pim Pam Pet

Noem zoveel mogelijk woorden van het lichaam met de letter die komt.

Slide 35 - Slide

Opdrachten:

Voer de opdracht uit!

Slide 36 - Slide

Nu jij!

Slide 37 - Slide

Elke leerling noemt een opdracht die de andere leerlingen moeten uitvoeren!

Slide 38 - Slide

Opdracht tekenen

Slide 39 - Slide

Pak je potlood en het papier.

Slide 40 - Slide

De docent zegt wat je moet tekenen. Luister goed!

Slide 41 - Slide

Gesprekken voeren.

Slide 42 - Slide

buikpijn

overgeven

hoofdpijn

rug

pillen

sterkte

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Wat zijn de goede antwoorden?

Slide 45 - Open question

hoofdpijn

pijn in mijn nek

hoofdpijn

koorts

keel

pillen

Slide 46 - Slide

Schrijf het antwoord op.

Maak een hele zin.

Slide 47 - Slide

Wat zijn de goede antwoorden?

Slide 48 - Open question

Wat moet er op de groene plek staan?

Slide 49 - Slide

Wat vond je van de les?
wat was nog wat moeilijk?

Slide 50 - Open question

15 november

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Open question

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Open question

Slide 49 - Slide

Slide 50 - Open question

More lessons like this

Spelling persoonsvorm in de vt

2.8 Spelling

Werkwoorden v.t. t.t.

Spelling groep 7/8 - Lijdend voorwerp

Onregelmatige werkwoorden dinsdag 2 april isk 5

lowan thema 2 Het lichaam spreeklessen

Werkwoorden v.t. t.t.

WERKWOORDEN-VERLEDEN TIJD