What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
de onvoltooid verleden tijd.
werkwoorden in de
onvoltooid verleden tijd
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo, b
Leerjaar 1,2
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
200 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
werkwoorden in de
onvoltooid verleden tijd
Slide 1 - Slide
(onvoltooid) verleden tijd
Slide 2 - Slide
VERLEDEN TIJD
Slide 3 - Slide
VERLEDEN TIJD
Slide 4 - Slide
eindigt de ik-vorm niet op een van de letters van SOFTKETCHUP?
dan komt er achter de ik-vorm de/den.
Slide 5 - Slide
Ik (fietsen) gisteren naar de stad.
A
fietsde
B
fietste
C
fieste
D
fietse
Slide 6 - Quiz
Kadir (bellen) vorige week naar zijn oma.
A
belde
B
belte
C
bolt
D
bellede
Slide 7 - Quiz
Vorige vakantie (fietsen) wij naar de Elbe. (verleden tijd)
Slide 8 - Open question
Janus en Rachid (werken) vorige jaar allebei bij de Aldi.
Slide 9 - Open question
werkwoorden-->verleden tijd
Slide 10 - Slide
Sterke werkwoorden in de verleden tijd
lopen: ik loop - ik liep
fluiten: ik fluit - ik floot
snijden: ik snijd, ik sneed
Slide 11 - Slide
Sterke werkwoorden
Het werkwoord verandert in de verleden tijd
sterk
van klank.
l
oo
p --> l
ie
p
K
oo
p --> k
och
t
denken --> dachten
bewegen --> bewogen
zijn --> waren
Zwakke werkwoorden
Het werkwoord verandert in de verleden tijd
zwak
van klank. Je kijkt naar de
stam
en voegt een
TE(
N)
of
DE(N)
bij.
hoop --> hoop
te
maken --> maak
ten
voelen --> voel
den
Slide 12 - Slide
lopen - liep - gelopen
Ik loop --> ik liep
jij loopt --> jij liep
zij loopt --> zij liep
hij loopt --> hij liep
u loopt --> u liep
wij / jullie / zij lopen --> wij / jullie / zij liepen
Ik
ben
naar de winkel
gelopen
.
Slide 13 - Slide
Kopen - kocht -gekocht
Ik koop --> ik kocht
wij kopen --> wij kochten
Ik heb een brood gekocht.
Slide 14 - Slide
denken - dacht - gedacht
Ik denk --> ik dacht
jij denkt --> jij dacht
wij denken --> wij dachten
Ik heb dit altijd gedacht.
Slide 15 - Slide
Ik (lopen v.t.).... naar Kampen.
A
loopte
B
loop
C
liep
D
liepte
Slide 16 - Quiz
Gisteren (kopen)..... hij drie appels en twee peren.
A
koopte
B
kocht
C
koopt
D
gekocht
Slide 17 - Quiz
Vorig jaar (denken v.t.) ..... wij te verhuizen.
A
denkten
B
denkte
C
dachten
D
dachtten
Slide 18 - Quiz
Zij (denken v.t.) ... de hele dag aan haar oma.
Slide 19 - Open question
Gisteren .... (lopen v.t.) hij naar school, vandaag ging hij met de fiets.
Slide 20 - Open question
Ik (kopen v.t.) ... kleren voor mijn dochter.
Slide 21 - Open question
Nu jij!
Slide 22 - Slide
More lessons like this
15 november
November 2023
- Lesson with
50 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo, b
Leerjaar 1,2
Werkwoorden v.t. t.t.
February 2022
- Lesson with
22 slides
Taal
Basisschool
Groep 5
Werkwoorden v.t. t.t.
December 2022
- Lesson with
26 slides
Taal
Basisschool
Groep 5
Week 37 - Persoonsvorm tegenwoordige tijd en verleden tijd
September 2024
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Werkwoordspelling
August 2024
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Werkwoordspelling
September 2024
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Taal blok 5 herhaling
March 2023
- Lesson with
21 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
WERKWOORDEN-VERLEDEN TIJD
April 2017
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1