Thema 2, Hoofdstuk 2 luisteren

Thema 2: H2 luisteren
Aan het einde van de les:
- Weet je hoe je intensief moet luisteren
- Weet je welke aanwijzingen er zijn voor samenhang
- Weet je wat aanwijzingen zijn voor belangrijke info.

instructie 10 min./zelfstandig werken 35 min./huiswerk 5 min.
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Thema 2: H2 luisteren
Aan het einde van de les:
- Weet je hoe je intensief moet luisteren
- Weet je welke aanwijzingen er zijn voor samenhang
- Weet je wat aanwijzingen zijn voor belangrijke info.

instructie 10 min./zelfstandig werken 35 min./huiswerk 5 min.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Theorie 1: intensief luisteren
Als je wilt weten waar een gesproken tekst precies over gaat, moet je intensief luisteren. Dat doe je door aandachtig naar de gesproken tekst te luisteren.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Noem 2 voorbeelden van een situatie waar je zelf intensief luistert (leg uit waarom je dan intensief luistert)

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Theorie 2: aanwijzingen samenhang

De introductie

-> Er kunnen ook aanwijzingen worden gegeven voor wat er in de gesproken tekst wordt behandeld.
-> Spreekpauze en verandering van beeld
-> Signaalwoorden en signaalzinnen
Daarmee geeft spreker aan hoe info. samenhangt en kondigt  inhoud nieuw tekstdeel aan.




Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Theorie 3: aanwijzingen belangrijke info.
Signaalwoorden en signaalzinnen

Een spreker gebruikt signaalwoorden en signaalzinnen om belangrijke informatie aan te kondigen.
Nadruk op zinnen en woorden
Een spreker kan nadruk leggen op zinnen en woorden om aan te geven dat de informatie belangrijk is. Hij spreekt de informatie dan langzamer of harder uit.


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Informatie herhalen
Een spreker kan belangrijke informatie herhalen. Dat kan in dezelfde woorden, maar ook in andere woorden of in de vorm van een samenvatting.
Spreekpauze
Een spreker kan een spreekpauze houden nadat hij iets belangrijks heeft gezegd. 

Tekst in beeld
De belangrijke informatie kan als tekst in beeld verschijnen.




Slide 9 - Slide

This item has no instructions

1

Slide 10 - Video

This item has no instructions

00:41
Waar is de 'appie' allemaal handig voor?

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

Huiswerk
Thema 2 Hoofdstuk 2
Theorie 1-2-3
Opdrachten: 2 en 5
(1 gezamenlijk)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent 'integer'?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

"Rutten wil die functies helemaal niet scheiden." Over welke functies heeft hij het?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Waar snapt Rutten nog steeds niets van?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Wat is RNA?
A
een molecuul net als DNA
B
een nieuwe vorm van COVID-19
C
een nieuw vaccin
D
ee nieuwe coronatest

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Waarom vindt Lubach dat je je moet laten vaccineren?
A
Anders kunnen alleen ouderen naar het terras.
B
Anders breng je de volksgezondheid in gevaar.
C
Dat vindt hij niet, je mag mensen niet dwingen om te laten vaccineren.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat mag je met een "green pass"
in Israël?

Slide 18 - Mind map

sportschool, zwembad, recreatiecentrum, culturele evenementen
Wil jij je laten vaccineren om weer "meer" te mogen?
A
Ja
B
Misschien
C
Nee

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het doel van dit kijk- en luisterfragment
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Welk tekstdoel heeft het filmpje over de appie-app?
A
Instructief
B
Overtuigend
C
Informerend
D
Amuserend

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Waarom spreekt de arts hier van tragedie?
A
Omdat er een patiënt is overleden.
B
De patiënt had langer geleefd als hij gezond was.
C
De arts mist zijn I-pod.
D
Er worden teveel fouten gemaakt.

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Welk probleem wordt besproken in het fragment?
A
Slechte beheersing van de Nederlandse taal.
B
Hun zoon haalt alleen maar onvoldoendes.
C
Mensen met een migratie-achtergrond hebben te weinig kennis van de Nederlandse taal.

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Welk tekstdoel heeft het filmpje over de appie-app?
A
Instructief
B
Overtuigend
C
Informerend
D
Amuserend

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Waarom spreekt de arts hier van tragedie?
A
Omdat er een patiënt is overleden.
B
De patiënt had langer geleefd als hij gezond was.
C
De arts mist zijn I-pod.
D
Er worden teveel fouten gemaakt.

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions