4PW3 periode 2.3

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 3

WELKOM

4PW3 Nederlands periode 2 les 3

  

Zet Studiereader vast open op Thema 4 Hoofdstuk 2 

Lesplanning

Leerinhoud: deze les  bekijken en bespreken

Instructie over het examen luisteren:

Hoofdstuk 2 van elk thema in Studiereader 

Doelen van deze les

*Je kent de inhoud en de doelen van het examen Lezen en Luisteren

 * Je weet wat je kunt verwachten bij het examen luisteren

Theorie – Voorspellen wat in de gesproken tekst aan bod komt

Theorie  – Aantekeningen maken tijdens het luisteren

Als je naar een gesproken tekst luistert, kun je aantekeningen maken om de belangrijke informatie te onthouden. Aantekeningen maken houdt in dat je de belangrijke informatie in steekwoorden opschrijft.

Als je aantekeningen maakt, begin je niet meteen met schrijven, maar luister je eerst naar de introductie van de gesproken tekst. In de introductie wordt het onderwerp aangekondigd en je krijgt soms aanwijzingen voor wat er in de gesproken tekst behandeld gaat worden.

Tijdens het luisteren naar de gesproken tekst, laat je eerst tot je doordringen wat er wordt gezegd en bepaal je vervolgens welke informatie belangrijk is. Deze informatie schrijf je in steekwoorden op.

Theorie  – Aanwijzingen voor samenhang

 Aanwijzingen voor samenhang zijn:

De introductie

In de introductie worden het onderwerp van de gesproken tekst en de spreker of sprekers geïntroduceerd. Er kunnen ook aanwijzingen worden gegeven voor wat er in de gesproken tekst wordt behandeld. 

Spreekpauze en verandering van beeld

Als er een nieuw tekstdeel begint, houdt een spreker vaak een spreekpauze of het beeld verandert. 

Signaalwoorden en signaalzinnen

Met signaalwoorden en signaalzinnen geeft een spreker aan hoe informatie samenhangt. Bovendien gebruikt hij signaalzinnen om de inhoud van een nieuw tekstdeel aan te kondigen.

Theorie: Aanwijzingen voor belangrijke informatie

Je kunt bepalen welke informatie in een fragment belangrijk is door te letten op aanwijzingen voor belangrijke informatie in de gesproken tekst:

Signaalwoorden en signaalzinnen

Een spreker gebruikt signaalwoorden en signaalzinnen om belangrijke informatie aan te kondigen. 

Nadruk op zinnen en woorden

Een spreker kan nadruk leggen op zinnen en woorden om aan te geven dat de informatie belangrijk is. Hij spreekt de informatie dan langzamer of harder uit. 

en...

Informatie herhalen

Een spreker kan belangrijke informatie herhalen. Dat kan in dezelfde woorden, maar ook in andere woorden of in de vorm van een samenvatting. 

Spreekpauze

Een spreker kan een spreekpauze houden nadat hij iets belangrijks heeft gezegd. De luisteraar kan die pauze gebruiken om belangrijke informatie te laten doordringen. 

Tekst in beeld

De belangrijke informatie kan als tekst in beeld verschijnen.

bekijk eventueel filmpje samen: 2.2 3

We kijken naar thema 4 hoofdstuk 2

• Standpunt herkennen
• Kritisch luisteren – Argumenten