woordsoorten op een rij

Wat is een voorbeeld van een lidwoord?
A
Aan
B
Voor
C
De
D
En
1 / 13
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Wat is een voorbeeld van een lidwoord?
A
Aan
B
Voor
C
De
D
En

Slide 1 - Quiz

MAN, AUTO, SCHOOL, KIND
Dat zijn ............
A
werkwoorden
B
lidwoorden
C
telwoorden
D
zelfstandige naamwoorden

Slide 2 - Quiz

Welk woord is een zelfstandig naamwoord?
A
Mooi
B
Leuk
C
Groot
D
Poes

Slide 3 - Quiz

Welk woord is geen zelfstandig naamwoord?
A
Maaike
B
Paard
C
Het
D
Laptop

Slide 4 - Quiz

Vul het juiste woord in:
Yentel .. gisteren naar de film
A
gaat
B
kijkt
C
zat
D
ging

Slide 5 - Quiz

De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Wat is het onderwerp uit deze zin?
Ik loop naar beneden.
A
ik
B
naar
C
loop
D
beneden

Slide 7 - Quiz

Hoeveel zinsdelen heeft deze zin?
Thuis heeft iedereen een eigen computer.
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 8 - Quiz

Wat is het juiste lidwoord?

Jonas zag ... hond lopen

A
het
B
zijn
C
haar
D
de

Slide 9 - Quiz

Welke persoonsvorm is verkeerd geschreven?

A
had
B
kookte
C
snauw
D
ruikte

Slide 10 - Quiz

Welk woord schrijf je niet met een hoofdletter
A
casparus college
B
maandag
C
weesp
D
pim

Slide 11 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
orgineel
B
Zondag
C
hardstikke
D
interessant

Slide 12 - Quiz

Waarom zijn bananen krom?
A
Ze groeien naar het licht toe.
B
wat maakt het uit?
C
Als ze recht zijn, vallen ze om.
D
Zo smaken ze lekkerder.

Slide 13 - Quiz