Basisboek herhaling

Basisboek herhaling
1 / 16
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Basisboek herhaling

Slide 1 - Slide

Het Köppensysteem
  • A-klimaat = Tropisch klimaat
  • B-klimaat = Droog klimaat
  • C-klimaat = Zeeklimaat
  • D-klimaat = Landklimaat
  • E-klimaat = Poolklimaat

Slide 2 - Slide

Wanneer welk klimaat?

Slide 3 - Slide

A= Altijd warm en het is gemiddeld warmer dan 18 graden
B= weinig neerslag -> minder dan 500mm per jaar
C= In de warmste maand boven de 10 graden en in de koudste maand ligt de temperatuur tussen de -3 en 18 graden. 
D= Warmste maand is het warmer dan 10 graden en de koudste maand is de temperatuur onder -3 graden.
E= Het hele jaar door is de temperatuur lager dan 10 graden. 

Slide 4 - Slide

Koppensysteem

Slide 5 - Slide

kleine letters 
f= dat er geen droge tijd is. 
s= dat er een droge tijd is in de zomer.
w= dat er een droge tijd in de winter is. 

Slide 6 - Slide

Grote letters
BS= steppeklimaat
BW=?
EF (IJskappen) en EH(Hooggebergte)= de temperatuur altijd onder nul 
ET=?

Slide 7 - Slide

Klimaatdiagram

Slide 8 - Slide

Klimaatdiagram

Slide 9 - Slide

Oefenen met de klimaatdiagrammen en Köppen 
timer
10:00

Slide 10 - Slide

Oorkaan
Tornado

Slide 11 - Slide

Bevolkingscijfers: absoluut en relatief
2 manieren om cijfers weer te geven:
  1. met absolute getallen
  2. met relatieve getallen → ‰ = per 1000
  • Met relatieve getallen kun je landen beter met elkaar vergelijken. 

Slide 12 - Slide

Opdracht berekening 
Gegeven:

Beginbevolking: 10.000.000 inwoners
Geboortecijfer: 12 per 1000 inwoners
Sterftecijfer: 7 per 1000 inwoners
Immigratie: 50.000 inwoners
Emigratie: 30.000 inwoners

Bereken:
a) Het aantal geboorten in een jaar.
b) Het aantal sterfgevallen in een jaar.
c) Het migratiesaldo.
d) De totale bevolkingsgroei.
timer
3:00

Slide 13 - Slide

Antwoorden.
a) Het aantal geboorten in een jaar: 120.000 [(12 / 1000) * 10.000.000]
b) Het aantal sterfgevallen in een jaar: 70.000 [(7 / 1000) * 10.000.000]
c) Het migratiesaldo: 20.000 (immigratie - emigratie)
d) De totale bevolkingsgroei: 70.000 (geboorten - sterfgevallen + migratiesaldo)

Slide 14 - Slide

Bereken opdracht twee
Gegeven:
6.789.124 inwoners
Geboortecijfer: 15 op 1000 inwoners
Sterftecijfer: 13 op 1000 inwoners
Immigratie: 25.345 inwoners
Emigratie: 37.287 inwoners

a) Hoeveel kinderen zijn er in totaal in dit land geboren?
b) Hoeveel mensen zijn er in dit land in totaal overleden?
c) Wat is de absolute natuurlijke bevolkingsgroei?
d) wat is de relatieve bevolkingsgroei?
e) Wat is de sociale bevolkingsgroei?
f) Wat is de absolute bevolkingsgroei?


Slide 15 - Slide

Antwoorden
a) 102 duizend.
b) 88 duizend
c) (102-88) 14 duizend
d) 14/6.789.124 * 1000= 2 per 1000 inwoners
e) -11.942
f) (14.000-11.942)= 2058 is de totale bevolkingsgroei

Slide 16 - Slide