16.2-1 Vervolg aangeboren afweer

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
16.2 Niet-specifieke afweer
Voorkennis/reflectievragen
1. Noem een voorbeeld van fysieke afweer bij een plant?
2. Noem een voorbeeld van chemische afweer bij de mens en bij een plant.
3. Hoe voorkomt melanine pigment huidkanker?
4. Wat is het verschil tussen een virus en een bacterie?
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 22 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
16.2 Niet-specifieke afweer
Voorkennis/reflectievragen
1. Noem een voorbeeld van fysieke afweer bij een plant?
2. Noem een voorbeeld van chemische afweer bij de mens en bij een plant.
3. Hoe voorkomt melanine pigment huidkanker?
4. Wat is het verschil tussen een virus en een bacterie?

Slide 1 - Slide

Doel 16.2
Je leert welk type ziekteverwekkers er zijn
Je leert hoe je lichaam zich verweert tegen ziekteverwekkers
Je leert hoe je lichaam onderscheid maakt tussen lichaamseigen en lichaamsvreemd

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Soorten ziekteverwekkers
Bacteriën
(Eencellige) eukaryoten (schimmels, dieren, planten, algen)
Virussen

Parasieten: kunnen alleen overleven in een gastheer, kunnen virussen, bacteriën en eukaryoten zijn.

Slide 4 - Slide

Bacteriën
Nuttig/ niet schadelijk/ schadelijk
Aeroob/ anaeroob
Heterotroof/ autotroof
Bolletjes/ staafjes/ kommavormig/ spiraal/ anders
Celwand dun/ dik/ geen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Virussen
Virus bindt aan receptor gastheercel (specifiek!)
Erfelijk materiaal wordt in de gastheercel gebracht
Erfelijk materiaal leidt tot virus-eiwitten en nieuw virus DNA/ RNA -> nieuwe virusdeeltjes

Daarna apoptose gastheercel -> virussen komen vrij
Of exocytose van het virus -> virussen komen vrij

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Tweede verdedigingslinie
A-specifieke afweer/ niet-specifieke afweer

Definitie: Afweer waar geen ‘geheugen’ van blijft bestaan.
Dit type afweer heb je vanaf je geboorte.

Wordt uitgevoerd door eiwitten en cellen

Slide 10 - Slide

A-specifieke afweer
  • Witte bloedcellen
  • Complementsysteem/ complementeiwitten
  • Ontstekingsreactie


Slide 11 - Slide

A-specifieke afweer

Slide 12 - Slide

Lichaamseigen/ -vreemd
Door je afweersysteem moet onderscheid gemaakt worden tussen lichaamseigen en lichaamsvreemde dingen in je lichaam.
Hoe? 
Antigenen

Slide 13 - Slide

Lichaamseigen/ -vreemd
Elke cel (bacterie/ lichaamscel) en elk virus is heeft eiwitten aan de buitenkant: antigenen

Ziekteverwekkers

Slide 14 - Slide

Lichaamseigen/ -vreemd
Elke cel (bacterie/ lichaamscel) en elk virus heeft eiwitten aan de buitenkant: antigenen

Lichaamscellen

Slide 15 - Slide

Lichaamseigen/ -vreemd
MHC-I molecuul: presenteert (delen van) eiwitten die in die cel worden gemaakt.

Lichaamscellen

Slide 16 - Slide

Lichaamseigen/ -vreemd
Onderdelen van je afweersysteem zijn in staat onderscheid te maken tussen lichaamseigen en lichaamsvreemde antigenen.

Slide 17 - Slide

Doel 16.2
Je hebt geleerd welk type ziekteverwekkers er zijn
Je hebt geleerd hoe je lichaam zich verweert tegen ziekteverwekkers
Je hebt geleerd hoe je lichaam onderscheid maakt tussen lichaamseigen en lichaamsvreemd

Slide 18 - Slide

Wat denk je dat de oorzaak is van een auto-immuunziekte?

Slide 19 - Open question

Begrippen 16.2
bacteriën, cirkelvormig chromosoom, plasmiden, prokatyoten, microbioom, gifstige stoffen, eukaryoten, parasiet, virus, eiwitkapsel, virusenvelop, DNA/ RNA virus, reverse transcriptase, niet-spefieke afweer, lichaamseigen, lichaamsvreemd, antigenen, MHC-I, infectie, complementsysteem, cascade, cytokinen, macrofagen, opsonisatie, granulocyt, fagocytose, fagocyt, NK-cel, apoptose

Slide 20 - Slide

BINAS 21.2
BINAS 71L Apoptose
BINAS 77 Virussen
BINAS 79 Bacteriën
BINAS 84I Bloedcellen
BINAS 84J1 Complementsysteem
BINAS 84J3 Niet specifieke en specifieke afweer
BINAS 84J4 Ontstekingsreactie




Slide 21 - Slide

Huiswerk
21.2

Slide 22 - Slide