Les 12 - Vragen over de rechtstaat

• LOB
• MBO
• Studiejaar 2

                                                                           Politiek juridische dimensie

De rechtstaat

Inchecken

Klimaatverandering & Duurzaamheid:
- Video
- Quiz

- Stellingen en vragen

- Opdracht in duo's 

De rechtstaat

Een voorbeeld van een rechtsnorm is

1. Je mag niet liegen
2. je helpt je naasten als dat nodig is
3. Je mag niet stelen
4. Je strijdt tegen onrechtvaardigheid

Waarin verschilt een dictatuur van een rechtstaat?
In een dictatuur...

1. Is geen grondwet
2. bestaat er geen of weinig rechtsbescherming tegen de overheid.
3. zijn geen privaatrechtelijke afspraken vastgelegd
4. worden geen rechtszaken gehouden

Een rechtstaat is een land waarin:

1. Je wordt beschermd tegen machtsmisbruik door de overheid
2. rechters en politici samenwerken
3. rechtsnormen en maatschappelijke normen in wetten zijn vastgelegd
4. je door de overheid in gaten wordt gehouden

De rellen in Einhoven en Rotterdam
waren 'een aanslag op de rechtstaat'
omdat:

1. De politie buitensporing optrad tegen demonstranten
2. de demonstranten plunderen de jumbo
3. de politie brengt burgers in gevaar
4. de demonstranten brengen burgers in gevaar

Welk rechtsgebied
herken je in deze
afbeelding?

1. het vermogensrecht
2. het bestuursrecht
3. het strafrecht
4. het staatsrecht

Het systeem van 'checks and balance' zorgt ervoor dat:

1. ministers en rechters met elkaar samenwerken
2. de drie machten zich niet hoeven te verantwoorden
3. de uitvoerende macht de tweede kamer kan controleren
4. de wetgevende macht de uitvoerende macht kan controleren

Wat betekent de afkorting EVRM

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1 Nederland is verplicht zicht te houden aan de uitspraken van het EVRM.
2 Volgens het EVRM is de doodstraf alleen in bepaalde gevallen toegestaan.

1. 1 is juist, 2 is onjuist
2. 1 is onjuist, 2 is juist
3. 1 en 2 zijn beide juist
4. 1 en 2 zijn beide onjuist

Recht van op onderwijs is:

1. Een sociaal grondrecht
2. een klassiek grondrecht
3. geen grondrecht
4. een voorbeeld van het legaliteitsbeginsel

Wat betekent Trias politica?

Letterlijk: staatkundige drieledigheid. De term verwijst naar wetgeving, bestuur en rechtspraak, drie fundamentele staatstaken die, als de uitoefening te veel in dezelfde hand is, de burgerlijke vrijheid in gevaar brengen.

Stel, een politieke partij wil minimumstraffen invoeren. Welke macht binnen de trias politica beslist dan of deze regeling moet worden ingevoerd.

1. de uitvoerende macht
2. de wetgevende macht
3. de rechterlijke macht
4. zowel de wetgevende als de rechterlijke macht

Letterlijk: staatkundige drieledigheid. De term verwijst naar wetgeving, bestuur en rechtspraak, drie fundamentele staatstaken die, als de uitoefening te veel in dezelfde hand is, de burgerlijke vrijheid in gevaar brengen.

Zijn de stellingen juist of onjuist?
1 Een verdachte is verplicht om de schikking van de officier van Justitie te accepteren.
2 Met een schikking zorgt de verdachte ervoor dat hij niet voor de rechter hoeft te komen.

1. 1 is juist, 2 is onjuist
2. 1 is onjuist, 2 is juist
3. 1 en 2 zijn beide juist
4. 1 en 2 zijn beide onjuist

Een zaak kan worden geseponeerd als:

1. de zaak met een boete kan worden afgedaan
2. de verdachte al genoeg gestraft
3. de verdachte een bekentenis aflegt
4. de verdachte geen gevangenisstraf zal krijgen

Het geweldsmonopolie van de staat:

1. Voorkomt dat burgers zelf geweld gaan gebruiken
2. wordt alleen toegepast in dictatoriale staten
3. geldt alleen voor het gebruik van wapens
4. vormt een belemmering voor de rechtsbescherming

Systeem waarin uitsluitend de staat, door middel van de politie of het leger, het recht heeft om geweld toe te passen

De jongen van 11 wordt voor de tweede keer gepakt voor diefstal uit een supermarkt. Wat zal er waarschijnlijk gebeuren?

1. De jongen wordt niet strafrechtelijk vervolgd
2. de officier zal een schikking voorstellen
3. de jongen wordt doorverwezen naar Halt
4. de zaak wordt voorgelegd aan de kinderrechter

Welke begrippen passen goed bij elkaar?

1. uitvoerende macht- officier van justitie
2. meineed- verdachte
3. advocaat-requistoir
4. strafeis-rechter

De tbs-maatregel:
1 is een voorwaardelijke straf
2 wordt opgelegd aan dader die ontoerekenings-vatbaar zijn.

1. 1 is juist, 2 is onjuist
2. 1 is onjuist, 2 is juist
3. 1 en 2 zijn beide juist
4. 1 en 2 zijn beide onjuist