3.2 Over lezen

3.2 Over lezen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3.2 Over lezen

Slide 1 - Slide

Aan het einde van deze paragraaf:
  • Kun je de hoofdpersoon en bijfiguren in een verhaal aanwijzen;
  • Kun je hoofdpersoon en bijfiguren beschrijven aan de hand van kenmerken en karaktereigenschappen;
  • kun je de relatie tussen personen in het verhaal beschrijven;
  • kun je uitleggen waarom een persoon jou wel of niet aanspreekt; 

Slide 2 - Slide

Aantekening 3.2
Hoofdpersoon:
- Leer je het best kennen
- Je weet wat hij/zij voelt en denkt
- De schrijver laat je meekijken door zijn/haar ogen

Bijfiguur:
- Je komt minder te weten over hem/haar
- Hij/zij wordt niet uitgebreid beschreven

Slide 3 - Slide

Bijfiguren kun je verdelen in helpers en tegenstanders:

Helper: helpt de hoofdpersoon om zijn probleem op te lossen
Tegenstander: maakt het de hoofdpersoon moeilijk

Slide 4 - Slide

Opdracht 2
We denken terug aan het verhaal Mati's

Slide 5 - Slide

Wie zijn de twee belangrijkste personen in het verhaal
A
Jurcell en Gerrit
B
Jurcell en Randy
C
Jurcell en zijn vader
D
Jurcell en zijn moeder

Slide 6 - Quiz

Wie van deze personen is volgens jou de hoofdpersoon?

Slide 7 - Open question

Waarom denk je dat de persoon die je zojuist noemde de hoofdpersoon is?

Slide 8 - Open question

Noem de namen van twee bijfiguren in het verhaal

Slide 9 - Open question

Aantekening 3.2 
Een persoon uit een verhaal beschrijven:
  • Het uiterlijk van de persoon (lichaam, gezicht, haar kleding)
  • De karaktereigenschappen (wat iemand doet, zegt en denkt)
  • Belangrijke kenmerken (bijvoorbeeld leeftijd, gezondheid, arm/rijk)
  • Relaties (hoe gaan personen met elkaar om? Familie/vrienden?

Slide 10 - Slide

Maandag af
Opdracht 5 blz 115/116 in je schrift!
timer
10:00

Slide 11 - Slide