drama algemeen

• Art
• Secondary Education

1. Welke van de volgende kenmerken horen bij de Art Deco-stijl?

1. Organische vormen, gietijzer, en bakeliet
2. Pastelkleuren, asymmetrische patronen, en hout
3. Minimalistische vormen, beton, en neutrale kleuren
4. Bloemmotieven, zachte kleuren, en ronde vormen

2. Welke van de volgende kenmerken zijn typerend voor de American Deco-stijl?

1. Knipogen naar de automobielindustrie, grote bouwprojecten, en wolkenkrabbers
2. Pastelkleuren, zachte vormen, en natuurlijke motieven
3. Kleine en bescheiden bouwprojecten, houten accenten, en klassieke invloeden
4. Romantische elementen, asymmetrische vormen, en bloemmotieven

3. Welke van de volgende kenmerken zijn typerend voor de Tropical Deco-stijl?

1. Houten accenten, aardetinten, en scherpe hoeken
2. Marmer, symmetrische vormen, en industriële accenten
3. Bakstenen muren, donkere kleuren, en rechte lijnen
4. Glazen metselblokken, wenkbrauwen, nautische elementen, pastelkleuren, en gebogen muren

4. Wat was het Bauhaus in de kunstwereld?

1. Een kunstopleiding die de nadruk legde op abstracte kunst en het gebruik van felle kleuren in alle disciplines.
2. Een kunstopleiding waarin verschillende disciplines samenkwamen, gebaseerd op het principe dat vorm de functie volgt.
3. Een beweging die zich uitsluitend richtte op architectuur en het ontwerpen van sierlijke, klassieke gebouwen.
4. Een stijl die vooral natuurlijke materialen en decoratieve elementen gebruikte om esthetiek te benadrukken.

5. Welke van de volgende kenmerken passen bij de Modernistische stijl?

1. Uitbundige decoratie, warme kleuren, en natuurlijke materialen zoals hout en steen
2. Klassieke stijlelementen, symmetrische patronen, en traditionele bouwmaterialen
3. Strakke vormen, functioneel ontwerp, veel gebruik van beton, glas, en licht
4. Organische vormen, zachte lijnen, en een nadruk op vakmanschap en detail

1. Welke invloeden zijn zichtbaar in de architectuur op Curaçao?

1. Invloeden uit de Afrikaanse, Europese en Caribische cultuur, die samen een unieke architectuurstijl creëren.
2. Alleen Europese invloeden, die zich uiten in de klassieke, symmetrische bouwstijl van de gebouwen.
3. Voornaamste invloeden zijn uit de Aziatische en Noord-Amerikaanse architectuur, die zorgen voor een moderne uitstraling.
4. De architectuur is voornamelijk beïnvloed door de Japanse en Arabische bouwstijlen, met veel decoratieve details.

2. Welke ontwikkeling heeft de kas krioyo doorgemaakt en onder welke invloeden gebeurde dit?

1. De kas krioyo begon als een stenen woning, met invloeden uit Europa, en evolueerde naar moderne gebouwen van glas en beton.
2. Oorspronkelijk gemaakt van staal en glas, werd de kas krioyo beïnvloed door de Caribische cultuur en tradities, later gevolgd door houten woningen in de stad.
3. De kas krioyo ontwikkelde zich van een eenvoudige constructie van leem en riet naar meer gebruik van hout en staalplaten op het eiland, en later steen en dakpannen in de stad.
4. De kas krioyo was altijd een gebouw van hout en staalplaten, zonder significante verandering door invloeden van andere materialen of culturen.

3. Onder welke architectuurstijl valt Cinelandia en welke kenmerken zijn daarin te herkennen?

1. Art Deco, met strakke lijnen, geometrische patronen en luxe materialen zoals chroom en glas.
2. Tropical Deco, met glazen metselblokken, gebogen wanden en wenkbrauwen, wat de invloed van de tropen weerspiegelt.
3. Modernisme, gekenmerkt door functionaliteit, beton, glas en minimalisme in de vormgeving.
4. Neoklassiek, met symmetrische vormen, gebruik van marmer en verwijzingen naar de Griekse en Romeinse architectuur.

4. Wat is het vernieuwende aan de architectuur in Guatemala in de midden 20e eeuw?

1. Het integreren van beeldhouwwerk en schilderkunst in de architectuur, waardoor gebouwen een artistiek totaalbeeld vormen.
2. Het gebruik van massief beton en minimalistische ontwerpen die de stedelijke uitstraling versterken.
3. Het toepassen van traditionele Maya-architectuur in moderne gebouwen, met veel gebruik van stenen en terracotta.
4. Het implementeren van futuristische, high-tech materialen zoals glas en staal in de stadsarchitectuur.

5. Welke kenmerken van het Modernisme zijn herkenbaar in het werk van Oscar Niemeyer?

1. Gebruik van luxe materialen zoals marmer en goud, gecombineerd met traditionele architecturale vormen.
2. Strakke en lichte vormen, met een nadruk op functionaliteit en een minimalistische benadering.
3. Gedetailleerde versieringen, complexe patronen en een nadruk op symmetrie en classicisme.
4. Grootschalige betonnen constructies met ingewikkelde decoraties, vaak in een middeleeuwse stijl.

6. Waarom is locatiebewust bouwen zo belangrijk op Curaçao?

1. Vanwege de aanwezigheid van veel vlakke gebieden en het gebruik van traditionele bouwmaterialen
2. Door het warme klimaat en de vele hellende terreinen, die invloed hebben op de keuze van materialen en ontwerp
3. Omdat het eiland bekend staat om zijn lage zeespiegel en de risico's van overstromingen minimaliseert.
4. Door de invloed van de tropische regen en de nadruk op het creëren van groene, watervriendelijke ruimtes.

Drama algemeen

V6-periode 2

Wat weet je al van drama uit de 20e eeuw?

Edward Gordon Craig

Edward Gordon Craig (1872 - 1966) was een Britse theateracteur, -vormgever en -theoreticus die veel invloed had op de ontwikkeling van het moderne theater in de vroege 20e eeuw. Hij was de zoon van een architect en begon zijn carrière als acteur in Londen. Later richtte hij een theaterschool op en werd bekend door zijn werk als theaterontwerper, waarbij hij een symbolische benadering van theater ondersteunde, los van realisme. Hij zag acteurs niet als kunstenaars, maar als marionetten, en pleitte voor beweegbare decorstukken die de regisseur of auteur konden aanpassen aan het stuk.

Konstantin Sergejevitsj Stanislavski

Stanislavski (1863 – 1938), een Russische acteur en regisseur, ontwikkelde een theoretische basis voor acteren, waarbij repeteren als middel voor creatieve ontplooiing diende. Zijn werk beïnvloedde zowel sociaalrealisme in de USSR als psychologisch realisme in de VS. Hij benadrukte dat acteurs zich moesten inleven in hun rol, gebruikmakend van hun emotioneel geheugen. Zijn innovaties omvatten technieken voor het coördineren van stem en lichaam en een focus op het invoelen van echte emoties tijdens het spelen.

Bertolt Brecht

Bertolt Brecht (1898 – 1956) was een Duits theatermaker die het episch theater ontwikkelde, waarbij hij het publiek niet alleen wilde vermaken, maar ook aan het denken wilde zetten over maatschappelijke kwesties. Hij creëerde de theorie van de vervreemding (Verfremdungseffekt), die het publiek bewust maakte van het theater en zijn rol als toeschouwer. Dit bereikte hij door scènes te doorbreken, de acteurs afstand te laten nemen van hun rollen en een verteller te gebruiken die de situatie verduidelijkte. Deze technieken waren bedoeld om het publiek kritisch te laten reflecteren op wat ze zagen.

New Orleans

New Orleans heeft een bijzondere plaats in de geschiedenis van de podiumkunsten. Het was een smeltkroes van Franse, Spaanse en Caribische invloeden, waar artiesten hun eigen vormen van theater en dans ontwikkelden. In de 18e eeuw werden vaudeville shows populair, waarin comisch toneel werd opgevoerd en maatschappelijke kritiek werd geleverd. De shows, ook wel minstrelsy genoemd, hadden vaak een stereotiep beeld van de zwarte gemeenschap, met zwarteface als een centraal element. Vanaf de jaren 1860 begonnen ook zwarte minstrelgroepen op te treden, die steeds meer aandacht gaven aan de maatschappelijke verhoudingen van die tijd. Tapdans en ragtime ontstonden als creatieve uitingen in zwarte wijken.

Heb je nog vragen?

Hoe was deze les voor jou?

😒🙁😐🙂😃