De drie grote tragische dichters waren Aeschylus, Sophocles en Euripides. In de 5e eeuw v.Chr. stond niet meer het lot, maar menselijke handelingen centraal in tragedies. Verhalen gingen vaak over conflicten zonder duidelijke oplossingen, zoals bij het verhaal van Oedipus van Sophocles, waarin de hoofdpersoon zijn moeder trouwt en zijn vader doodt zonder dit te beseffen.