Homeostase

Homeostase

en alles wat erbij hoort

Inwendig en uitwendig milieu

Als wij in de biologie spreken over het inwendige milieu dan hebben we het over álles dat (normaliter) niet in aanraking komt met de buitenlucht.

Uitwendig milieu is alles wat (normaliter) wél in aanraking komt met de buiten lucht.

Longen zitten in je lichaam, maar horen bij het uitwendige milieu.

Hetzelfde geld voor het spijsverteringsstelsel

Het inwendige milieu heeft allerlei verschillende waardes, zoals zuurstof, temperatuur en nog veel meer

Hiernaast zie je een overzichtje van welke organen wat doen om die waardes gelijk te houden.

Homios

=                 Gelijk

Stasis

=           stilstand

Homeostase is een evenwicht,

het is het gelijk houden van álle waardes in het inwendige milieu.

Homeostase in het lichaam is een dynamisch evenwicht, die waardes zijn nooit precies gelijk , maar schommelen om een gemiddelde heen.

Dat gemiddelde noem je een normwaarde

oftewel: normale waarde. 

Normwaardes voorbeelden:

Voorbeelden normwaardes:

Normwaarde temperatuur is 37 C

Normwaarde bloedsuiker is 4-6 mmol/L 

Normwaarde zuurstof is 100% verzadiging in het bloed

Feedback

Om die dynamische evenwichten in stand te houden gebruikt het lichaam "feedback".

Simpel gezegd: als een waarde te hoog is

Moet die waarde naar beneden

Dit is de lever.

De lever kan veel dingen, maar twee dingen zijn belangrijk voor nu. De lever kan:

- Glucose (suiker) omzetten in glycogeen (opslag versie)

- Glycogeen omzetten in glucose

Maar de lever doet niet zómaar, hij heeft daarvoor een bericht nodig.

Dit is insuline.

Insuline is een hormoon en kan berichten doorgeven aan de lever.

Dit is glucagon.

Glucagon is een hormoon en kan berichten doorgeven aan de lever.

Dit is de alvleesklier of Pancreas

De pancreas maakt insuline en glucagon aan.

Suiker

Insuline vertrekt naar de lever en verteld de lever dat hij glucose moet gaan omzetten in glycogeen.

Glycogeen kunnen we opslaan, daardoor daalt de bloedsuiker.

Suiker

Glucagon vertrekt naar de lever en verteld de lever dat hij de opslagen glycogeen moet gaan omzetten in glucose.

Hierdoor stijgt de bloedsuiker waarde.