gespreksstructuur en gespreksdoelen

3 soorten doelen

Kennisdoel: Hierbij gaat het om verwerven en onthouden van informatie of kennis.

Houdingsdoel: De nadruk ligt op het verwerven en tentoonspreiden van een bepaalde (positieve) houding of bepaalde gevoelens.

Vaardigheids- gedragsdoelen: Cursisten moeten bepaalde handelingen leren verrichten en ze moeten bepaalde dingen leren doen.

1 / 10
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

3 soorten doelen

Kennisdoel: Hierbij gaat het om verwerven en onthouden van informatie of kennis.

Houdingsdoel: De nadruk ligt op het verwerven en tentoonspreiden van een bepaalde (positieve) houding of bepaalde gevoelens.

Vaardigheids- gedragsdoelen: Cursisten moeten bepaalde handelingen leren verrichten en ze moeten bepaalde dingen leren doen.

Slide 1 - Slide

Fasen in een gesprek 
 Je begint met de aanloopfase. Deze dient om een goede sfeer te creëren. Tijdens deze fase zou je een leuke ontwikkeling van het kind op de groep kunnen delen.
 Daarna komt de planningsfase. Hierin vertelt de gespreksleider hoe het gesprek zal gaan en wat de te bespreken onderwerpen zijn. 
Bijvoorbeeld tijdens een intakegesprek vertel je dat je eerst wilt kennismaken met de ouder en het kind. 
Daarna komt de organisatie aan de beurt en je sluit af met praktische zaken
Vervolgens komt de themafase. Tijdens deze fase bespreek je het thema van het gesprek. 
Je eindigt met de slotfase, waarin je bespreekt of alles uit de planningsfase ter sprake is gekomen. 
Je sluit af met eventuele vragen. Als er afspraken zijn gemaakt, leg je die tijdens de slotfase schriftelijk vast.

Slide 2 - Slide

In een professioneel gesprek heb je meestal drie doelen. Welke drie doelen zijn dit?
A
Houdingsdoel, gedragsdoel, kennisdoel
B
Houdingsdoel, gedragsdoel, informatiedoel
C
Houdingsdoel, welkomstdoel, kennisdoel

Slide 3 - Quiz

De tandarts zegt tegen mevrouw Wit: 'U kunt voorkomen dat u gaatjes krijgt door drie keer per dag uw tanden te poetsen in plaats van één keer per dag.''
Op welke doel richt deze voorlichting zich?
timer
0:30
A
Gedragsdoel
B
Houdingsdoel
C
Kennisdoel

Slide 4 - Quiz

De verpleegkundige zegt tegen een zorgvrager met diabetes: 'Het hormoon insuline zorgt ervoor dat het bloedsuikergehalte in orde blijft. Bij diabetes heeft het lichaam te weinig insuline.'
Op welke doel richt deze voorlichting zich?
timer
0:10
timer
0:30
A
Gedragsdoel
B
Houdingsdoel
C
Kennisdoel

Slide 5 - Quiz

De fysiotherapeut zegt tegen meneer de Groot: 'Nu u geopereerd bent aan uw hart, is uw lichaam in principe weer goed in staat om te bewegen. U hoeft dus niet meer bang te zijn om te bewegen.''
Op welke doel richt deze voorlichting zich?
timer
0:30
A
Gedragsdoel
B
Houdingsdoel
C
Kennisdoel

Slide 6 - Quiz

Gespreksfases: Welke volgorde is juist?
A
aanloopfase, planningfase, themafase, slotfase
B
aanloopfase, themafase, planningfase,slotfase

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Hoe heet de fase waarin je uitlegt wat er besproken gaat worden in het gesprek?
timer
0:30
A
voorbereidingsfase
B
planningsfase
C
aanloopfase
D
themafase

Slide 9 - Quiz

Hoe heet de fase waarin je de patiënt laat plaatsnemen en op zijn of haar gemak stelt?
timer
0:30
A
de afrondingsfase
B
de voorbereidingsfase
C
de themafase
D
de aanloopfase

Slide 10 - Quiz