6. Schrijf op wat de mogelijke fenotypes zijn en de kans hierop.
XkY -> 1 van de 4 = 25% = kleurenblind
XKY -> 1 van de 4 = 25% = niet kleurenblind
XKXK -> 1 van de 4 = 25% = niet kleurenblind
XKXk -> 1 van de 4 = 25 % = niet kleurenblind
b) kans op een kleurenblinde dochter? c) kans op een kleurenblinde zoon?
b) kans op XkXk niet aanwezig = 0%. c) kans op XkY ? -> is 25%
6. Schrijf op wat de mogelijke fenotypes zijn en de kans hierop.