Theme 3 Kader en TL

Theme 3 Kader en TL
Science and technologie
1 / 44
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Theme 3 Kader en TL
Science and technologie

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Toetsvoorbereiding
  • Herhaling
  • Lessonup
  • Tijd over? Leer met je boek of slim stampen

Slide 2 - Slide

Doelen
Aan het eind van deze les:
  • Kun je de grammatica toepassen in de oefeningen
    (Prepositions, Future, Adverbs/adjectives)
  • Hebben we geoefend met woorden en zinnen
  • Weet je wat en hoe je beter zou kunnen leren

Slide 3 - Slide

Welke (3) prepositions (=voorzetsels) moet je ook alweer kennen?

Slide 4 - Open question

Hoe zat het ook alweer? 
  • Plaats 
  • Tijd 

Slide 5 - Slide

IN
AT
ON
2017
Monday
16:00
morning
my birthday
31 October
summer

Slide 6 - Drag question

Vond je dit nog moeilijk?
Klik hier, dan kun je later hier nog mee oefenen (staan ook in magister bij de toets)

Slide 7 - Slide

Future: present simple
Future: will/shall
Future: to be going to
Future: present continuous
Voorspelling met bewijs
Belofte
Actie die je meteen uitvoert 
Plan zonder concrete afspraak 
Plan met concrete afspraak 
Roosters, vertrektijden OV, starttijd films 
Voorspelling zonder bewijs

Slide 8 - Drag question

The show _________ at 9 o'clock.
A
Will start
B
is going to start
C
starts
D
is starting

Slide 9 - Quiz

I promise, I ________ you study for your test!
A
will help
B
am helping
C
am going to help
D
help

Slide 10 - Quiz

They ___________ (work) on their project tonight.

Slide 11 - Open question

Kader excellent:
Hoe maak je de future continuous?

Slide 12 - Open question

Vond je dit nog moeilijk?
Klik dan hier, dan kun je er later nog mee oefenen (staan ook in magister bij de toets)

Slide 13 - Slide

Adverbs/Adjectives
(bijvoeglijke naamwoorden
/bijwoorden)

Slide 14 - Mind map

Adjectives & adverbs: The..........waterscooter
A
silent
B
silently

Slide 15 - Quiz


Adjectives & adverbs:
The..........criminal.
A
violent
B
violently

Slide 16 - Quiz

Adjectives and adverbs
She skates ....
A
fastly
B
fast

Slide 17 - Quiz

Adjectives and adverbs
She dances ......
A
wonderful
B
wonderfully

Slide 18 - Quiz

Adjectives/adverbs:
Marcus speaks English ......
A
fluently
B
fluent

Slide 19 - Quiz

Adjectives and adverbs
It tastes ....
A
good
B
well

Slide 20 - Quiz

Adjectives and adverbs
She talks.....
A
extremely loud
B
extremely loudly

Slide 21 - Quiz

Adjectives and adverbs
The garden is .....
A
beautiful
B
beautifully

Slide 22 - Quiz

Uitzonderingen?

Slide 23 - Mind map

Vond je dit nog moeilijk?
Klik dan hier, dan kun je er later nog meer oefenen (staat ook in magister bij de toets)

Slide 24 - Slide

Welke bijwoorden (van tijd) hebben een bijzondere plaats in de zin (5)

Slide 25 - Open question

Bijwoorden van tijd geven aan hoe vaak iets gebeurt. Bijwoorden van tijd staan in een zin:
A
voor het hoofdwerkwoord
B
na een vorm van 'to be' (am/is/are)
C
A en B zijn allebei goed

Slide 26 - Quiz

Het bijwoord van tijd in deze zin staat goed:
He has always been a good boy.
A
ja
B
nee

Slide 27 - Quiz

Het bijwoord van tijd in deze zin staat goed:
I never walk alone.
A
ja
B
nee

Slide 28 - Quiz

Het bijwoord van tijd in deze zin staat goed:
I never am alone.
A
ja
B
nee

Slide 29 - Quiz

Vond je dit nog moeilijk?
Klik dan hier, dan kun je er later nog meer mee oefenen (staat ook in magister bij de toets)

Slide 30 - Slide

Do you fake/believe in fairy tales?
A
fake
B
believe

Slide 31 - Quiz

This is a really fancy/practical dress; I only wear this at parties!!
A
fancy
B
practical

Slide 32 - Quiz

Decade
A
eeuw
B
brandbaar
C
periode van 10 jaar
D
apparaat

Slide 33 - Quiz

Kader excellent:
vereisen
A
estimate
B
access
C
add
D
require

Slide 34 - Quiz

Kader Excellent: Vertaal naar het Engels:
verdwijnen

Slide 35 - Open question

Vertaal naar het Engels:
eerlijk

Slide 36 - Open question

Vertaal naar het Engels (denk om spelling)
Hoe denk je dat de wereld zal zijn over 20 jaar.

Slide 37 - Open question

Vertaal naar het Engels (denk om spelling)
Het is zeer waarschijnlijk dat we insecten eten in de toekomst.

Slide 38 - Open question

Vertaal naar het Engels (denk om spelling)
Deze treinen rijden voor het grootste gedeelte op zonne-energie.

Slide 39 - Open question

Woordjes leren

Slide 40 - Mind map

Zinnen leren

Slide 41 - Mind map

Grammatica leren

Slide 42 - Mind map

Na vandaag:
A
Weet ik hoe het werkt en wat/hoe ik nog moet leren
B
Moet ik nog hard aan het werk met leren/oefenen
C
Ik heb al goed geleerd, maar moet nog oefenen
D
Ik snap de grammatica, maar moet nog leren.

Slide 43 - Quiz

Ik vond deze les:
A
stom
B
leerzaam
C
saai
D
helpend

Slide 44 - Quiz