*** H2 Formuleren: verwijzen naar de- en het-woorden POWERPOINT TOEVOEGEN

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Formuleren H2

Verwijzen naar de- en het-woorden

Lesdoelen

Na deze lessenserie kun je: 

- verwijswoorden op een correcte manier gebruiken. 

Welke drie lidwoorden ken?

Wat wordt bedoeld met de volgende twee woorden:
de bal en het bal

Wat wordt bedoeld met de volgende twee woorden?
de portier en het portier

Verwijzen naar de- of het-woorden

Een zelfstandig naamwoord is een de- of het-woord. De-woorden zijn mannelijk (m) of vrouwelijk (v) en het-woorden (o) zijn onzijdig. Dit noem je het woordgeslacht. Om te weten of een de-woord mannelijk of vrouwelijk is, kun je dat het beste opzoeken in een woordenboek. 

Als je verwijst naar de-woorden (m of v), gebruik je deze of die. 

Als je verwijst naar het-woorden (o), gebruik je dit of dat. 

die

dat

dit

deze

de-woorden

het-woorden

Onzijdige woorden zijn

1. de -woorden
2. het-woorden

Vrouwelijke woorden zijn

1. de -woorden
2. het-woorden

Mannelijke woorden zijn

1. de -woorden
2. het-woorden

die & deze verwijzen naar ...-woorden

1. de-woorden (znw)
2. het-woorden (znw)
3. een-woorden (znw)
4. de, het & een-woorden (znw)

Naar het-woorden verwijs je met

1. Deze en dat
2. Dit en dat
3. Deze en die
4. Die en dat

Opdracht

Blz. 62-63

- klassikaal lezen we de theorie

- maak opdracht 1, 2, 3 en 4.1. 

- Opdracht 1, 2, 3 en 4.1 bespreken