- Schrijven met zwarte of blauwe pen
- Tekenen met potlood en geodriehoek of liniaal (daar waar nodig)
- Bij elke nieuwe paragraaf een titel, waar gaat die paragraaf over?
- Nakijken met een andere kleur pen. Goede antwoorden krijgen een krul, foute antwoorden verbeter je.
- Heb je een opdrachtenkaart af en nagekeken? Kom langs voor stempels! (in kernles/R-les)