Lichte kernen zijn stabiel als er ongeveer
evenveel protonen als neutronen in de kern
aanwezig zijn (vallen ongeveer samen
met de bissectrice,
evenveel protonen als neutronen).
Zwaardere kernen zijn stabiel als er beduidend
meer neutronen dan protonen
in de kern aanwezig zijn (liggen boven
de bisectrice).
De meeste nucliden met meer dan
83 protonen zijn steeds instabiel.