V5 DNA bs 4 extra

Thema 4
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema 4

Slide 1 - Slide

Zet in de juiste volgorde van GROOT naar KLEIN
Cel
Celkern
Chromosoom
DNA
molecuul
Nucleotide
Stikstofbase

Slide 2 - Drag question

Studiewijzer

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Oefening translatie
Hieronder staat de code van een RNA molecuul. Uit welke aminozuren bestaat het eiwit dat na translatie ontstaat?

CUACAUGUUUCUAAUCACGAGUGAGAAUGACUAACUACUC



Slide 12 - Slide


Uit welke aminozuren bestaat het eiwit dat wordt gemaakt van dit stuk RNA?
(1 letter code, zonder spatie)

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link

tRNA 
  • Kleine stukjes enkel strengs RNA (wel met 3D vorm)
  • Anticodon voor aminozuur

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link

Ribosoom
Bestaat uit: rRNA en eiwitten

Klein ribosoomdeel:
-mRNA-bindingsplaats 

Groot ribosoomdeel:
-tRNA-bindingsplaatsen

Slide 18 - Slide

Ribosoom
tRNA-bindingsplaatsen: 
E = exit
P = peptidebinding
A = activatie 

Slide 19 - Slide

Ribosoom

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link

Polyribosomen

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

-Transcriptie vindt plaats in (1)
-Translatie vindt plaats in (2)
A
(1) cytoplasma (2) ribosomen
B
(1) celkern (2) cytoplasma
C
(1) ribosomen (2) mitochondrium
D
(1) cytoplasma (2) ribosomen

Slide 25 - Quiz

Wat hoort waarbij?
Transcriptie 
DNA-replicatie
Translatie
DNA-polymerase koppelt DNA-nucleotiden aan een oude keten
Langs DNA wordt RNA gevormd
Het proces stopt bij een stopcodon
Het proces stopt waneer het hele genoom in een cel is gekopieerd

Ribosomen vertalen RNA in een aminozuurketen
Er worden twee nieuwe DNA-ketens gevormd

Slide 26 - Drag question

tRNA bevat een anti-codon en een bindingsplaats voor het aminozuur
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quiz

De units van het ribosoom werken in de volgorde:
-> EPA ->
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quiz

Studiewijzer

Slide 29 - Slide