Opdracht 2
1 Zondagavond / heeft / de brandweer / in Winschoten / een man / bevrijd / uit een hoge boom.
Wie heeft? ow = de brandweer
2 De man / wilde / een kat / redden / uit de 25 meter hoge kastanjeboom.
Wie wilde? ow = De man
3 Het dier / zat / al enkele dagen / vast / in de boom in het Sterrebos.
Wie/Wat zat? ow = Het dier
4 Bij zijn reddingspoging / werd / de redder / op een gegeven moment / behoorlijk bang.
Wie werd? ow = de redder
5 Daarom / moesten / de brandweerlieden / uitkomst / brengen.
Wie moesten? ow = de brandweerlieden
6 Volgens een woordvoerder / duurde / de reddingsoperatie / bijna een uur.
Wat duurde? ow = de reddingsoperatie
7 Tot zijn verbazing / heeft / de eigenaar van de kat / zich / niet / gemeld.
Wie heeft? ow = de eigenaar