8.1 Rivieren en de waterkringloop

De afkorting NAP staat voor...
A
Normaal Amsterdams Peil
B
Nieuw Amsterdams Peil
C
Normaal Amersfoorts Peil
D
Nieuw Amersfoorts Peil
1 / 30
next
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De afkorting NAP staat voor...
A
Normaal Amsterdams Peil
B
Nieuw Amsterdams Peil
C
Normaal Amersfoorts Peil
D
Nieuw Amersfoorts Peil

Slide 1 - Quiz

Je ziet hier op de foto een
A
modderpoel
B
spaak
C
as
D
wiel

Slide 2 - Quiz

Je ziet hier natuurlijk een ....
A
veenpolder
B
landpolder
C
zeepolder
D
droogmakerij

Slide 3 - Quiz

Als regenwater langzaam de grond in zakt, dan noem je dat
A
Interferentie
B
Interneren
C
Infiltratie
D
Infiltreren

Slide 4 - Quiz




8.1 Rivieren en de waterkringloop
 Water

Slide 5 - Slide

Leerdoelen 8.1 
  • Je kunt stroomgebieden en waterscheidingen herkennen op een kaart.
  • Je kunt de waterkringloop beschrijven met de begrippen verdamping, condensatie, afstroming, grondwater en rivier.
  • Je kunt uitleggen hoe regenwater door infiltratie het grondwater aanvult.
  • Je kunt de kenmerken noemen van de bovenloop, de middenloop en de benedenloop van een rivier.
  • Je kunt de verschillen uitleggen tussen een gletsjerrivier, een regenrivier en een gemengde rivier.

Slide 6 - Slide

  Kaart Reliëf China
Hoogland Tibet = brongebied rivieren
Rode Bekken = laag gelegen gebied bij de rivier Yangtze. Boeren hebben veel bomen gekapt waardoor er veel erosie plaatsvindt.
Lössplateau: löss is het kleinste deeltje zand, erg vruchtbaar. Hier vindt veel akkerbouw plaats. Hiervoor is water nodig uit de Gele rivier, probleem is het grote tekort aan water.

Slide 7 - Slide

Parelrivier
Yangtze  / Blauwe Rivier
Huang He / Gele Rivier
Gele Rivier
Blauwe Rivier
Parelrivier
    Grote Chinese rivieren

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Verdamping
1
Condenseren 
Waterdamp koelt af en verandert in waterdruppels (wolken)
2
Verdamping
1
Neerslag (in alle vormen!)
3
Afstroming
4
Verdamping
1
Infiltratie
Neerslag zakt in de bodem en vult op die manier het grondwater aan.
5

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Waterkringloop:
Waterkringloop:
 1 Verdamping van water op zee en op het land.
 2 Condensatie: waterdamp koelt af en er vormen zich waterdruppels.
 3 Water valt in zee (korte kringloop) of op land (lange kringloop).
 4 Water stroomt terug naar zee of komt opnieuw in de atmosfeer

Slide 18 - Slide

Terugstroom lange kringloop:
- afstroming naar zee;
-  infiltratie in grondwater en vandaar naar zee;
 - verdamping via planten en bomen.

Wat is dan korte waterkringloop?  

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Opdrachten maken!
Blz. 194 werkboek

  • Maken:1- 2a - 3
timer
10:00

Slide 21 - Slide

bovenloop (Yangtze)
middenloop (Yangtze)
benedenloop (Yangtze)

Slide 22 - Slide

benedenloop: lage stroomsnelheid -> veel sedimentatie!

Slide 23 - Slide

hoog water

laag water
(= piekafvoer)

Slide 24 - Slide

Regiem & debiet
Onregelmatig regiem
Laag debiet in de winter, hoog in de zomer (smeltwater + regenseizoen)
Debiet is lager dan de Chang Jiang.
Ontbossing
In de bovenloop en benedenloop veel ontbossing. Gevolg: bodem wordt niet meer vastgehouden en de bodem (löss) komt in de rivier terecht.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Stroomgebied Nederlandse rivieren
  • van bovenloop naar benedenloop
  • stroomgebieden met   waterscheidingen
  • Schelde (: geel), Maas (: groen) en   Rijn (: blauw)

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Leerdoelen 8.1 
  • Je kunt stroomgebieden en waterscheidingen herkennen op een kaart.
  • Je kunt de waterkringloop beschrijven met de begrippen verdamping, condensatie, afstroming, grondwater en rivier.
  • Je kunt uitleggen hoe regenwater door infiltratie het grondwater aanvult.
  • Je kunt de kenmerken noemen van de bovenloop, de middenloop en de benedenloop van een rivier.
  • Je kunt de verschillen uitleggen tussen een gletsjerrivier, een regenrivier en een gemengde rivier.

Slide 29 - Slide

Opdrachten maken!
Blz. 195 werkboek

  • Maken:4,5,6
timer
10:00

Slide 30 - Slide