Opdracht:
Maak opdracht 1, 2, 3 en 5 van formuleren §4 (blz. 236).
Maak de opdrachten in je boek!
Huiswerkcontrole van formuleren §3: opdracht 1, 2 en 4.
Hoe: Je maakt het alleen
Wat: Werkboek, schrift en pen
Klaar? Kom je antwoorden even aan mij laten zien. Daarna werk je verder aan je sprookje.
Let bij je sprookje op je zinnen! Gebruik voegwoorden en zet punten op de juiste plek.