Les 26 29 maart 2025

Les 26 29 maart 2025
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecondary Education

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 26 29 maart 2025

Slide 1 - Slide

L26 Wat doen we vandaag? 

Welkom! 

1. Boekbesprekingen

2. Cursus 6 formuleren §3 Verwijswoorden 

3. Lesafsluiting 

Slide 2 - Slide

Boekpresentaties

Slide 3 - Slide

Koningdag - Kleedjesmarkt 
vrijwilligers gevraagd voor verkoop snoep etc.  

Slide 4 - Slide

Verwijswoorden
De chimpansee is de bekendste mensaap. De chimpansee is bijna net zo groot als de mens, maar een stuk lichter, behaarder en iets minder intelligent. De chimpansee is wel sterker en de chimpansee kan veel beter klimmen. Toch blijft een chimpansee bij voorkeur op de grond. 

Slide 5 - Slide

Verwijswoorden
  • Doel: voorkomen dat je een zelfstandig naamwoord steeds herhaalt
  • Een verwijswoord verwijst terug naar een woord dat eerder genoemd is, of nog komt.

Slide 6 - Slide

Welk verwijswoord?
  • Dat is afhankelijk van het woordgeslacht van het zelfstandig naamwoord waarnaar het verwijswoord terugwijst.
  • Mannelijk (m), vrouwelijk (v) of onzijdig (o)
  • Mannelijk en vrouwelijk = lidwoord de
  • Onzijdig = lidwoord het

  • Bij twijfel: zoek het woord op in het woordenboek!

Slide 7 - Slide

Woordgeslacht
  • Zelfstandige naamwoorden: fiets, boom, huis, ...
  • Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig
  • Heeft meestal niets te maken met de betekenis van het woord!
Opzoeken in het woordenboek/ internet
  1.  Online woordenboek of  vandale.nl
  2.  Kijk naar de letter die achter het woord staat: dat is het woordgeslacht
m = mannelijk
 v  = vrouwelijk
 o  = onzijdig

Slide 8 - Slide

Welk verwijswoord?
Enkelvoud (m)
Hij, hem, zijn
Deze, die
Enkelvoud (v)
Zij, ze, haar
Deze, die
Enkelvoud (o)
Het, zijn
Dit, dat
Meervoud
Zij, ze, hen, hun
Deze, die

Slide 9 - Slide

DEZE, DIE, DIT, DAT
Dit zijn verwijswoorden.
Ezelsbruggetje:
  • dezE en diE gebruik je bij dE-woorden.

  • diT en daT gebruik je bij heT-woorden.



Slide 10 - Slide

De vorige afspraak met de kapper ging niet door, maar
[...] moet echt doorgaan.
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 11 - Quiz

In Hengelo vond een ernstig misdrijf plaats, [...]
nooit werd opgelost.
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 12 - Quiz

In Hengelo vond een ernstig misdrijf plaats, [...]
nooit werd opgelost.
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 13 - Quiz

Bodhi verlangt alweer naar de zomervakantie, maar [...]
is voorlopig nog niet in zicht.
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 14 - Quiz

Quinn heeft een oude lp van The Doors
[...] hij nog dagelijks draait.
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 15 - Quiz

Vorige maand bezocht mijn zus uit Amerika ons en
[...] was echt een verrassing.
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 16 - Quiz

Zit die blauwe tuinstoel lekker of wil je liever in
[...] rode zitten?
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 17 - Quiz

Lesafsluiting
Volgende week is er weer een online les. Dan doen we de boekpresentaties van Sophia en Annabel. 

 Het huiswerk voor volgende week is: 
▪ Lees in je leesboek
▪ Cursus 6 formuleren §3 - maak opdracht 1 en 5C
 

 

Tot volgende week op st Conleth's


  
  

Slide 18 - Slide