14. 19 feb: SO + Stijlfiguren (laatste deel)

Communiceren doe je samen 2
Welkom vwo4d

Op tafel:
Map/schrift, pen, theorieboek/oefenboek

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

Communiceren doe je samen 2
Welkom vwo4d

Op tafel:
Map/schrift, pen, theorieboek/oefenboek

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.

Slide 1 - Slide

Communiceren doe je samen 2
  • SO
  • Huiswerk bespreken
  • Laatste stijlfiguren
  • Aan de slag

Vandaag woensdag 19 februari:

Slide 2 - Slide

Communiceren doe je samen 2
SO

  • 4 vragen: stijlfiguren, drogredenen, argumentatiestructuren. 
  • Let op: op de achterkant staat een voorbeeld dat hoort bij vraag 3. 
  • Ben je klaar? Steek je hand op en lees uit je handboek (harde kaft) pg 136-139.

Slide 3 - Slide

Communiceren doe je samen 2
Huiswerk bespreken
Kies uit: anafoor, parallellie, climax, anticlimax, pars pro toto, totum pro parte:
1. We gaan snel, we gaan ver, we gaan met plezier, we gaan met z’n allen.
  • (De structuur van de zinnen is parallel: "we gaan [bijwoord]".) Parallellie
2. Hij heeft de boel goed voor elkaar, want hij heeft de handen vol.
  • (Hier wordt "handen" genoemd als deel van het lichaam, terwijl het eigenlijk om de persoon in zijn geheel gaat.) – pars pro toto
3. Ze won de wedstrijd, de prijs, en een paar bonnen voor gratis koffie.
  • (De prijs wordt steeds minder indrukwekkend.) Anticlimax
4. De film was goed, beter, het beste wat ik ooit heb gezien.
  • (De beoordeling van de film wordt sterker.) Climax
5. De stad heeft een fantastisch concert gehad afgelopen weekend.
  • (De "stad" wordt genoemd, terwijl het eigenlijk om de inwoners van de stad of een specifiek deel van de stad gaat.) Totum pro parte

Slide 4 - Slide

Communiceren doe je samen 2
6. Elke dag loop ik naar school. Elke dag leer ik iets nieuws. Elke dag maak ik vriendschappen.
  • (Herhaling van "Elke dag" aan het begin van elke zin.) Anafoor 
7. Het was een geweldige dag, een bijzondere dag, en zelfs een beetje leuk.
  • (De betekenis van de dag neemt af.) Anticlimax
8. De man leest een boek, de vrouw leest een krant, het kind leest een strip.
  • (De structuur van de zinnen is parallel: "de [persoon] leest een [object]".) Parallellie
9. Het was een beetje spannend, heel spannend, ongelooflijk spannend!
  • (De intensiteit neemt toe van "een beetje" naar "onvoorstelbaar".) Climax
10. De leraar vroeg de klas om even stil te zijn, en de oren van de leerlingen waren allemaal gespannen.
  • (Hier wordt "oren" als deel genoemd, terwijl het de aandacht van de leerlingen als geheel bedoelt.) – pars pro toto


Slide 5 - Slide

Communiceren doe je samen 2
11. De vakantie begon met luxe hotels, daarna een gezellige stad, en uiteindelijk een picknick in het park.
  • (De luxe en gezelligheid nemen af in de opsomming. Anticlimax
12. Nederland heeft dit jaar de Wereldbeker gewonnen.
  • (Hier wordt "Nederland" genoemd als geheel, terwijl het gaat om het nationale voetbalteam.) Totum pro parte
13. Ik ben een beetje moe, ik ben heel moe, ik kan niet meer op mijn benen staan!
  • (De mate van vermoeidheid neemt toe.) Climax
14. We moeten sneller werken. We moeten harder werken. We moeten slimmer werken.
  • (Herhaling van "We moeten" aan het begin van elke zin.) Anafoor
15. De katholieke kerk heeft wereldwijd veel invloed uitgeoefend op de cultuur.
  • (De "katholieke kerk" wordt genoemd als geheel, maar het gaat om de leden of autoriteiten binnen die kerk.) Totum pro parte

Slide 6 - Slide

Communiceren doe je samen 2
Besproken begrippen over stijlfiguren en beeldspraak uit de literatuur:
  • beeldspraak
  • vergelijkingen met verbindingswoord
  • metafoor
  • personificatie
  • synesthesie

  • Lyrisch ik

  • paradox
  • retorische vraag
  • hyperbool
  • repetitio
  • drieslag / tricolon
  • ironie
  • sarcasme
  • cynisme
  • parodie
  • zelfspot

  • anafoor 
  • parallellie
  • climax
  • anticlimax

  • pars pro toto
  • totum pro parte

Slide 7 - Slide

Leerdoelen
  1. R: Ik weet dat dichters de werkelijkheid willen oproepen in gedichten met behulp van beeldspraak. 
  2. T1: Ik kan vormen van beeldspraak herkennen en benoemen.  


Slide 8 - Slide

Communiceren doe je samen 2
Stijlfiguur: 
  • litotes
  • chiasme
  • antithese
  • eufemisme
  • understatement

Slide 9 - Slide

Communiceren doe je samen 2
litotes
  • omschrijving van een woord door het tegenovergestelde te ontkennen.
  • Bv: Dat handschrift verdient geen schoonheidsprijs. 
  • Dit zou ook bij 'ironie' kunnen passen, maar als er wordt gevraagd om begrippen die bij 'spot' horen, wordt dat duidelijk vermeld. 

Slide 10 - Slide

Communiceren doe je samen 2
chiasme
  • In een tegengestelde volgorde plaatsen van overeenkomstige elementen
  • Bv. Dames en heren, jongens en meisjes. 

Slide 11 - Slide

Communiceren doe je samen 2
antithese
  • samenvoeging van tegengestelde woorden
  • Bv. Spreken is zilver, zwijgen is goud.
  • Spreken versus zwijgen
  • Bv. Ik blijf je trouw in goede en slechte dagen
  • Goed versus slecht


Slide 12 - Slide

Communiceren doe je samen 2
eufemisme
  • verzachtende omstandigheid
  • Bv. We hebben onze hond laten inslapen. 


Slide 13 - Slide

Communiceren doe je samen 2
understatement
  • afgezwakte uitdrukking
  • Bv. De nieuwjaarsduik was inderdaad wat frisjes.



Slide 14 - Slide

Communiceren doe je samen 2
Besproken begrippen over stijlfiguren en beeldspraak uit de literatuur:
  • beeldspraak
  • vergelijkingen met verbindingswoord
  • metafoor
  • personificatie
  • synesthesie

  • Lyrisch ik

  • paradox
  • retorische vraag
  • hyperbool
  • repetitio
  • drieslag / tricolon
  • ironie
  • sarcasme
  • cynisme
  • parodie
  • zelfspot
  • litotes
  • chiasme
  • antithese
  • eufemisme
  • understatement
  • anafoor 
  • parallellie
  • climax
  • anticlimax

  • pars pro toto
  • totum pro parte

Slide 15 - Slide

Begrippen uit deze les
litotes
chiasme
antithese
eufemisme
understatement

Slide 16 - Slide