H16

Welkom.! 
16.2 Oorzaken van inflatie en deflatie
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom.! 
16.2 Oorzaken van inflatie en deflatie

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les ken je de twee basisvormen van inflatie;  bestedingsinflatie en kosteninflatie.

Slide 2 - Slide

Bestedingsinflatie 
Als de effectieve vraag naar goederen (EV=C+I+O+E-M) groter is dan de productiecapaciteit (BBPmax) is er sprake van overbesteding.

Oplossingen:
  • Overheidsbezuinigingen 
  • verhogen van belastingen en premies
  • stijging van de rente en beperking van de kredietverlening

Slide 3 - Slide

Kosteninflatie 
Als in de bedrijven de kosten per product toenemen, dalen de winstmarges. Om dat te voorkomen berekenen ondernemingen de kostenstijging door in hun verkoopprijzen.

Verschillende vormen:
  • Loonkosteninflatie
  • Winstmarge-inflatie
  • Belastinginflatie
  • Rente-inflatie
  • Geïmporteerde inflatie 

Slide 4 - Slide

Welkom.! 
16.3 Monetair beleid

Slide 5 - Slide

lesdoel
  • Aan het einde van de les kan je uitleggen hoe de Europese Centrale Bank de inflatie en deflatie beïnvloedt. 

Slide 6 - Slide

 EU                                              EMU

Slide 7 - Slide

Structuur Centrale banken Europa

Slide 8 - Slide

Wat doen de ECB en de nationale centrale banken?
  • Het bevorderen van het betalingsverkeer 
  • In omloop brengen van bankbiljetten en munten.
  • ECB en centrale banken zijn bankier van de particuliere banken.
  • Toezicht houden op banken, verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen.
  • Beheren van de goud en deviezenvoorraad.
  • Bepalen en uitvoeren van het monetair beleid 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Monetair beleid 
> alle beslissingen en regels waarmee een centrale bank invloed uitoefent op het geld dat in een economie omgaat.

Prijsstabiliteit: de inflatie mag niet meer zijn dan 2% per jaar.
Hoe? via de rente!

Slide 11 - Slide

  • rentestijging  bij overbesteding/hoogconjunctuur .
  • rentedaling bij onderbesteding/laagconjunctuur.

Slide 12 - Slide