3.2 Wind, zeestromen en klimaat

3.2 Wind, zeestromen en klimaat 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

3.2 Wind, zeestromen en klimaat 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe de atmosferische circulatie werkt.
  • Je kunt uitleggen hoe de oceanische circulatie werkt.
  • Je kunt uitleggen hoe moessons ontstaan.
  • Je kunt kenmerken van de klimaten volgens het Köppensysteem beschrijven en hun voorkomen verklaren. 

Slide 2 - Slide

Het ontstaan van luchtcirculatie in de atmosfeer 
Zet de afbeeldingen op de juiste volgorde
1
2
3
4

Slide 3 - Drag question

Ligging van de hoge- en lagedrukgebieden met bijbehorende winden

Slide 4 - Slide

Corioliseffect

Slide 5 - Slide

Corioliseffect
NH: rechts
ZH: links

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

ITCZ 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Ligging tropisch minimum

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Check
3.2 opdracht 5 en 6 

timer
1:00

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Zeestromen/oceanische circulatie 

Slide 14 - Slide

Warme en koude zeestromen 
Twee soorten zeestromen: warme zeestromen brengen warm water naar de polen en koude zeestromen brengen koud water naar lagere breedtes

 
‘warm’ en ‘koud’ betekent dat watertemperatuur hoger of lager is dan je zou verwachten op bepaalde breedtegraad

Slide 15 - Slide

Klimaatsysteem volgens Köppen
Vijf klimaatgebieden / klimaatzones (A, B, C, D en E) op basis van natuurlijke plantengroei
  • bij A, C, D en E onderscheid op basis van temperatuur
  • bij B onderscheid op basis van hoeveelheid neerslag

Slide 16 - Slide

Klimaatsysteem volgens Köppen
bij A, C en D toevoeging kleine letters = verdeling neerslag:
f = droge tijd ontbreekt (hele jaar neerslag)
s = droge tijd in zomer
w = droge tijd in winter
bij B toevoeging hoofdletters = mate van droogte
W = zeer droog woestijnklimaat
S = minder droog steppeklimaat
bij E toevoeging hoofdletters = sneeuw of toendra
F = poolklimaat met (eeuwige) sneeuw in poolgebieden
H = poolklimaat met (eeuwige) sneeuw in hooggebergte
T = toendra


Slide 17 - Slide

Zet de juiste letters van het klimaatsysteem van Köppen bij de juiste plek op de wereld.


Af
ET
Cf
BW
Cs
Df

Slide 18 - Drag question

Klimaatsysteem van Köppen
A
B
C
D
E

Slide 19 - Drag question

Klimaatsysteem van Köppen
A
B
C
D
E

Slide 20 - Drag question

Slide 21 - Video

Check
3.2 opdr. 8 en 9 
timer
1:00

Slide 22 - Slide

Zelfstandig aan de slag
Concept map (eventueel samen met docent)

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video