This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Niets dan de waarheid
Slide 1 - Slide
Waarom?
De ene leerling zegt tegen de andere leerling: "Mijn vader zit bij de politie." (Terwijl zijn vader bij de gemeente werkt). De andere leerling (de zoon van een buschauffeur) antwoordt: "Nou, mijn vader is wereldkampioen boksen hoor!"
Slide 2 - Slide
Sommige mensen (niet alleen kinderen) liegen om indruk te maken op anderen. Welke redenen kunnen mensen nog meer hebben om te liegen?
Slide 3 - Open question
Erg of niet?
Je krijgt zo 6 situaties te lezen waarin mensen liegen. Als je de leugen niet zo erg vindt, kies je voor het cijfer 1. Vind je de leugen heel ernstig dan kies je voor het cijfer 5.
Je hebt de keuze om 1, 2, 3, 4 of 5 te kiezen.
Slide 4 - Slide
Situatie 1: 'Waarom ben je zo laat?' vraagt de leraar. 'De brug stond open,' liegt de leerling.
1
2
3
4
5
Slide 5 - Poll
Situatie 2: 'Ik heb geen onderduikers in huis,' liegt iemand in de oorlog tegen de vijand.
1
2
3
4
5
Slide 6 - Poll
Situatie 3: 'Heb je je rapport al gekregen?' vraagt een moeder. 'Nee, we krijgen deze periode geen rapport,' liegt het kind.
1
2
3
4
5
Slide 7 - Poll
Situatie 4: 'Ik wist niet dat je hier maar 50 mocht rijden,' liegt een automobilist tegen een politieagent.
1
2
3
4
5
Slide 8 - Poll
Situatie 5: 'Mijn vader is drie meter lang en kan wel duizend kilo optillen,' liegt het ene jongetje tegen het andere.
1
2
3
4
5
Slide 9 - Poll
Situatie 6: 'Ik gaf u een briefje van vijftig terug en geen briefje van vijf,' liegt de caissière tegen een klagende klant.
1
2
3
4
5
Slide 10 - Poll
Samen opdracht
Bereid je voor op de volgende opdracht. Je vertelt je klasgenoot twee bizarre verhalen. Het ene verhaal is echt gebeurd. Het andere verhaal heb je verzonnen.
Vertel beide verhalen. Laat je klasgenoot raden welk verhaal echt is gebeurd.